Arts wast handen niet: moet hoofdarts antwoorden met medical audit?

Herwig Van DijckStel: een ziekenhuisarts slaat systematisch de richtlijnen over ziekenhuishygiëne in de wind. Of hij staat dronken aan de operatietafel.

Kan de hoofdarts dan ingrijpen met een gerichte medical audit?

 

Op een recente infodag van het Vas, 'De medische raad geadviseerd' rezen nog meer van dergelijke boeiende vragen over de bevoegdheid van de hoofdarts, medische raad en het ziekenhuisbeheer. De bovenstaande vraag werd geduid en beantwoord door dr. Herwig Van Dijck, voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen (VVH). Volgens hem wordt de hoofdarts meer en meer uitgenodigd op de Medische Raad (MR) om een dossier toe te lichten. "Een goede zaak", vindt hij, samen met de VVH: "Je hebt in een democratie een regering en een parlement. De MR kan perfect die rol van het parlement invullen. Aan de hoofdarts - met diensthoofd - om eventueel voorstellen neer te leggen bij de MR, die hen dan ook ter verantwoording kan roepen en vragen stellen."

Winnaarsdriehoek

Anderzijds moet de MR ook oog hebben voor praktische moeilijkheden die de hoofdarts kan ondervinden. Bijvoorbeeld is het niet zo dat die hoofdarts met een vingerknip iemand kan schorsen die de ziekenhuishygiëne niet respecteert. Alleen al praktisch is dat niet evident, want hoe ga je die inbreuk vaststellen? Dit soort zaken kan de MR beter in handen nemen. Bijvoorbeeld door zich actief achter een campagne ziekenhuishygiëne te scharen. Op die manier beland je niet in de dramadriehoek ziekenhuisbeheer-MR-ziekenhuisartsen. Elke partij vertrekt beter van de opstelling: “Wij willen jullie helpen om het goed te doen. Dan kom je tot een winnaarsdriehoek."

"Lukt het dan toch nog niet om die enkele zondaars te overtuigen, dan wordt het makkelijker om hen ter verantwoording te roepen."

Dronken aan de operatietafel

Een vraag in dezelfde zin: "Kan de hoofdarts beslissen tot een gerichte medical audit op basis van één enkel voorval, bijvoorbeeld een arts die dronken aan de operatietafel staat?" Volgens Van Dijck kan dat in principe zeker, al is het niet steeds aan te raden. "De hoofdarts krijgt in de gerichte medische audit een gigantische verantwoordelijkheid, hij alleen neemt de beslissing om die te starten. Is één feit erg schokkend, dan heeft hij die bevoegdheid."

De VVH-voorzitter acht het evenwel raadzamer om een HR-politiek te voeren met functioneringsgesprekken, met een dienstplan en andere hulpmiddelen, waardoor de gerichte medische audit naar de achtergrond verschuift. Die bazooka wordt dan enkel gebruikt wordt als de situatie zeer ernstig is. De 'tussenstadia' mogen geen grijze zone blijven omdat dan net de kans op problemen toeneemt. "Als ultiem instrument pas schakelt de hoofdarts de audit in en volgt eventueel later de rode kaart."

Van Dijck verwijst ook naar een van de elementen die nu ter bespreking op de tafel liggen bij de ziekenhuishervorming: het instructierecht. "Op een bepaald ogenblik moet een hoofdarts ook uitspraken kunnen doen. Als artsen een hele tijd weigeren om een wachtdienstlijst neer te leggen, dan kan de hoofdarts volgens dat recht een lijst opleggen omdat de regels niet gevolgd zijn."

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.