Minister De Block verheugt zich over het nieuwe akkoord na enkele moeilijke weken waarin haar ster een beetje getaand was bij het artsenkorps. De diplomatieke talenten van Jo De Cock, voorzitter van de medicomut en Riziv-baas, kwamen daarbij goed van pas.
Het kabinet beklemtoont de bereikte tariefzekerheid voor de volgende twee jaren, zuurstof voor investeringen en blijvende zorgtoegankelijkheid. Zo vloeien er meer middelen naar de behandeling en de begeleiding van chronisch zieken: huisartsen worden aangemoedigd om een globaal medisch dossier bij te houden voor chronisch zieken en er komt een voortraject voor patiënten in een voorfase van diabetes type 2. "Ondanks de moeilijke budgettaire context hebben we nog ruimte gevonden om te investeren in onze gezondheidszorg en om bepaalde prestaties door huisartsen en specialisten op te waarderen. Daarvoor benutten we de enveloppe van 25 miljoen euro die ik had gereserveerd in de gezondheidszorgbegroting 2016.”
Het nieuwe akkoord is opgebouwd rond vijf kernprincipes:
1. Centrale rol van de huisarts
-
gmd: huisartsen die een individueel dossier bijhouden voor chronisch zieke patiënten van 45 tot en met 74 jaar, ontvangen daar straks 55 in plaats van 30 euro voor.
-
e-Gezondheid: huisartsen krijgen premies om e-Gezondheidstoepassingen daadwerkelijk te gebruiken. Ze worden onder meer beloond voor het uitwisselen van informatie met de ziekenfondsen via MyCareNet, voor het opladen van Sumehrs (een samengevat klinisch dossier van een patiënt) op het eHealth-platform, voor het toepassen van elektronische facturatie, enz. De e-Gezondheidspremies worden ook geïntegreerd met de praktijktoelage.
2. Geïntegreerde, multidisciplinaire samenwerking
- Om chronisch zieke patiënten zo goed mogelijk te kunnen verzorgen en begeleiden, is het essentieel dat alle zorgverleners (artsen, apothekers, verpleegkundigen…) rond die patiënten systematisch met elkaar samenwerken, over de verschillende disciplines heen.
-
Zorgtrajecten: de multidisciplinaire zorgtrajecten voor chronische aandoeningen worden verder ontwikkeld en uitgebouwd, onder meer met een voortraject voor diabetespatiënten.
-
Re-integratie: artsen worden nauwer betrokken in het re-integratietraject, waarbij samen met een langdurig zieke wordt nagegaan welke job zij of hij nog aankan.
3. Zorgcontinuïteit
- Huisartsenwachtposten: om de continuïteit van zorg te garanderen voor zoveel mogelijk patiënten, voorziet het akkoord in de verdere ontwikkeling van huisartsenwachtposten als onderdeel van het wachtdienstensysteem. Maggie De Block: “Omdat het belangrijk is dat huisartsenwachtposten en -wachtdiensten, spoeddiensten en de triage via het nummer 1733 één gestroomlijnd geheel vormen, zullen we een overkoepelende visie uitwerken. En om het financieringssysteem van de wachtposten te optimaliseren, volgt er in 2016 een externe audit van de sector.”
4. Doelmatige zorg
- Polymedicatie: de medicomut zal concrete aanbevelingen en indicatoren ontwikkelen om niet gerechtvaardigde polymedicatie bij ouderen terug te dringen.
5. Toegankelijke zorg
-
Remgeld: het akkoord leidt niet tot een verhoging van de remgelden.
-
Geconventioneerde artsen: door 25 miljoen euro extra te voorzien voor de opwaardering van bepaalde verstrekkingen, wil de regering zorgen dat zoveel mogelijk artsen toetreden tot het akkoord 2016-2017. Dat is in het belang van de patiënten, aangezien zij bij alle ‘geconventioneerde’ artsen op een vast tarief kunnen rekenen, en dat gedurende twee jaar. De geconventioneerde artsen van hun kant hebben recht op een sociaal statuut dat voor volledige geconventioneerden 4.790 euro bedraagt.
-
Supplementen: de artsen en ziekenfondsen verbinden zich ertoe om voorstellen te formuleren voor het terugdringen van de supplementen aangerekend bij klinische biologie, genetica en anatomopathologie en bij borstreconstructie na kanker. Tegen eind 2017 werkt de medicomut op basis van een diepgaande analyse ook voorstellen uit rond de ereloonsupplementen.
-
Innovatie: door een aantal maatregelen (o.a. in de klinische biologie) komen middelen vrij om innovaties terug te betalen, bijv. nieuwe meettechnieken voor patiënten met diabetes type 1. De ziekenfondsen en artsen maken hier onderling afspraken over.