Het tanende belang van de medische deontologie en de Orde

In een opmerkelijk artikel dat onlangs verscheen in het tijdschrift Deontologie en Tuchtrecht (1) wijst prof. Herman Nys (medisch recht KU Leuven) op de tanende invloed van de Orde van Artsen, en bij uitbreiding de medische deontologie. Hij heeft vragen bij de langetermijnstrategie die hieraan ten grondslag ligt en die zou indruisen tegen de principes van een democratische rechtsstaat.

 

KB 79, dat de werking van de Orde regelt, heeft men al herhaaldelijk proberen te wijzigen of op te heffen. Zonder succes tot nu toe. Ook de Orde zelf is vragende partij voor een hervorming. Daarover berichtte De Specialist de afgelopen maanden uitvoerig. Nys bespreekt in het artikel hoe juridische en maatschappelijke veranderingen ertoe leidden dat het terrein van de Orde steeds meer werd ingeperkt. De factoren die daarbij een rol speelden:

1 – meer regelgeving en controle van de overheid die gezondheidszorg sterker als haar opdracht ziet. Dat heeft te maken met de groeiende financiële verantwoordelijkheid van de overheid. Ze versterkt daarom haar greep op het verlenen van gezondheidszorg.

2 – het medisch handelen zelf wordt steeds meer wettelijk geregeld (wet landverzekeringsovereenkomst, euthanasiewet, patiëntenrechtenwet, experimenten op de menselijke persoon…).

3 – de opkomst van de bio-ethiek, met de verplichting om in elk ziekenhuis een ‘ethisch comité’ op te richten en het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek.

4 – geneeskundige commissies palmen het terrein van de Orde in. Vorig jaar nog werd KB 78 gewijzigd in die zin dat de geneeskundige commissies de bevoegdheid kregen om het visum van een beroepsbeoefenaar te schorsen in bepaalde gevallen.

5 – de Code medische plichtenleer werd in eerste instantie bindend voor artsen-homeopaten, niet voor andere artsen. In een eerste stap (26 maart 2014) werd de Code bindend verklaard door de koning, maar niet voor alle artsen. De nationale raad zou daarover volgens Nys niet om advies zijn gevraagd. Vraag is of bij KB een uitbreiding volgt voor alle artsen.

Conclusie van professor Nys: “De afgelopen 25 jaar is de medische deontologie en de Orde in belang afgenomen. Op zich is die trend niet uniek, want hij manifesteert zich ook in het buitenland. Maar de ‘verschuiving van bevoegdheden van de Orde naar de geneeskundige commissies en het bindend verklaren van de code voor een beperkt aantal artsen kan moeilijk anders worden uitgelegd dan een bewuste strategie.” Op korte termijn, analyseert Herman Nys, lijkt de bedoeling van deze strategie om onzekerheid en onrust te scheppen binnen de Orde. “Maar over de bedoeling op lange termijn hebben we het raden. Dat past niet in een democratische rechtsstaat.”

 

(1) Herman Nys, “Het tanende belang van de medische deontologie en de Orde der Geneesheren” Larcier D&T 2014/2

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.