Vaccinatiegraad Vlaanderen blijft hoog, maar sociaal zwakkeren achterop

Het aantal Vlaamse baby's en adolescenten dat volledig in orde is met alle vaccinaties, blijft erg hoog. 

Dat blijkt uit de resultaten van de vaccinatiegraadstudie 2016, die in aanwezigheid van Welzijnsminister Jo Vandeurzen (CD&V) werden voorgesteld. Toch zijn er nog een aantal aandachtspunten. Vlamingen met een laag inkomen of van allochtone afkomst, hinken achterop.

De vaccinatiegraadstudie, die elke vier jaar wordt uitgevoerd in samenwerking met de Vlaamse universiteiten, toont dit jaar opnieuw bemoedigende resultaten.

Van alle Vlaamse peuters, van 18 tot 24 maanden oud, is meer dan 85% volledig in orde met het vaccinatieschema. Bij de 16-jarigen is dat 70%. "Globaal is het Vlaamse vaccinatieprogramma een groot succes. Bepaalde ziektes die vroeger kinderlevens eisten, zijn door de vaccinaties nagenoeg verdwenen", zegt minister Vandeurzen.

Vlaanderen gooit voornamelijk hoge ogen met de vaccinatie voor het HPV-virus, dat onder meer baarmoederhalskanker kan veroorzaken. Bijna 90% van de Vlaamse meisjes kreeg die inenting, "een opmerkelijk succes", aldus Vandeurzen, zeker in vergelijking met de buurlanden en met landen als de Verenigde Staten of Australië.

Voor het eerst werd ook gepeild naar de vaccinatiegraad bij zwangere vrouwen. Ook daar zijn de resultaten bemoedigend. In 2016 liet ongeveer bijna 70% van de zwangere vrouwen zich inenten tegen kinkhoest. Voor griep was dat 47%. Bedoeling is om tegen 2020 de helft van de zwangere vrouwen te laten vaccineren tegen die typische winterziekte.

Toch stipten de betrokken professoren van de KU Leuven en de UA nog een aantal pijnpunten aan. De vaccinatiegraad voor de mazelen, de bof en rubella blijven volgens de onderzoekers een aandachtspunt. De eliminatiegraad van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van 95%, wordt daar nog niet gehaald.

Ook jongeren met een schoolachterstand zijn minder vaak in orde met hun vaccinaties dan leerlingen die wel op schema zitten. Dat is logisch, omdat de vaccinaties per leerjaar en niet per leeftijd worden gegeven.

Bovendien blijken het inkomen en de afkomst van ouders een belangrijke rol te spelen in de inenting van de kinderen. Jongeren met ouders van allochtone afkomst, Europees of niet-Europees, zijn minder vaak ingeënt dan hun autochtone leeftijdsgenoten. Zwangere vrouwen met een gezinsinkomen lager dan 3.000 euro laten zich bovendien minder vaak vaccineren tegen kinkhoest.

"Dat blijft inderdaad een pijnpunt, en dat is een algemene problematiek in het preventief gezondheidsbeleid", geeft ook Vandeurzen toe. "We moeten de gezondheidswerkers die met die groepen in contact komen sensibiliseren en op de hoogte brengen van de problematiek. Inzetten op lokale gemeenschappen waarin de mensen leven, is de meest effectieve strategie", besluit de minister.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.