De verwachtingen van huisartsen ten aanzien van patiënten stemmen vaak niet overeen met de handelswijze van patiënten. Zo wil 92 procent van de artsen bijvoorbeeld dat de patiënt het aangeeft als hij het oneens is met een aanbeveling of behandeling, maar slechts 29 procent durft tegen te spreken. Dat blijkt uit een bevraging door Test-Aankoop van 600 huisartsen en meer dan 1.100 consumenten. De resultaten staan te lezen in het tijdschrift Test-Gezondheid.
Naast de 92 procent huisartsen die willen dat de patiënt aangeeft dat hij het niet eens is met zijn standpunt, vindt ook 78 procent dat de patiënt kritisch moet nadenken over de aanpak. Slechts 14 procent der patiënten durft echter de aanpak van de huisarts in vraag te stellen. Meer overeenstemming is er over het stellen van vragen. 98 procent van de huisartsen vind het belangrijk dat de patiënt vragen stelt ook als ze dom lijken. 81 procent voelt zich comfortabel genoeg om dit te doen. 77 procent der artsen kant zich tegen het online opzoeken door patiënten van info over symptomen, terwijl 12 procent dat toch doet.
Mondigheid is volgens de huisarts ook aangewezen als het gaat over de problemen waarmee de patiënt kampt. Zo vindt 94 procent het nodig dat de patiënt vertelt of hij reeds medicatie nam, terwijl slechts 40 procent dat in de praktijk doet. 64 procent van de artsen wil weten of de patiënt een aanvullende of alternatieve behandeling krijgt van een andere zorgverlener. Ook hierover informeert slechts 32 procent van de patiënten. Twee huisartsen op drie (65 procent) vindt het ook erg nuttig dat de patiënten een lijst van klachten meebrengt. 43 procent doet zulks consequent.
