Uit het internationale onderzoek “Bad Practice”, gepubliceerd door De Tijd, blijkt dat artsen die in het buitenland wegens ernstige fouten uit hun ambt zijn gezet, in België nog steeds hun praktijk mogen uitoefenen. In deze context legt de Orde van Artsen gedetailleerd haar procedures en wettelijke verplichtingen uit. Medi-Sfeer en De Specialist konden de brief inzien die de Orde aan De Tijd bezorgde in antwoord op de vragen van het internationale onderzoek ‘Bad Practice’.
Het onderzoek, dat in samenwerking met 44 redacties liep, vergeleek meer dan 2,5 miljoen namen van zorgverleners (actief of geschorst) en identificeerde artsen die in Nederland, Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk een beroepsverbod hadden gekregen, maar nog steeds in België geregistreerd stonden (Orde, FOD Volksgezondheid, Riziv).
IMI-waarschuwingssysteem: wat de Orde doet, wat er misgaat
“Via een IMI-waarschuwing informeert de Orde de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten van de EU over de identiteit van de beroepsbeoefenaar die door de Orde een beroepsverbod of een beperking van de uitoefening van de geneeskunde in België kreeg opgelegd”, en dit “uiterlijk drie dagen nadat de beslissing werd genomen”. De doorgegeven informatie omvat 53 items, gegroepeerd in: lidstaat en betrokken beroep, informatie over de schorsing, informatie over de beroepsbeoefenaar, informatie over de beslissing, beheersinformatie, voorgeschiedenis, autoriteit die de procedure heeft ingeleid en coördinator die de procedure heeft ingeleid).
Maar “er wordt een veelheid aan informatie uitgewisseld via het IMI-waarschuwingssysteem - dat niet alleen artsen behelst- , wat de verwerking bemoeilijkt”. Er is “geen synchronisatie tussen het systeem en de Belgische lijst van de Orde” en “de meldingen worden niet systematisch onderzocht”. Bovendien wordt “zodra de arts is geregistreerd, de IMI-waarschuwing niet altijd opgemerkt”.
Wat het IMI-systeem betreft, gaf de Europese Commissie precieze cijfers: tussen 2016 en juli 2025 werden door de lidstaten ongeveer 17.000 geanonimiseerde waarschuwingen over artsen doorgegeven. België heeft sinds de invoering van het systeem 314 meldingen verzonden, waarvan 79 in 2024. In 304 gevallen ging het niet om louter administratieve formaliteiten, maar om “substantiële redenen in verband met de uitoefening van het beroep”, d.w.z. feiten die ernstig genoeg waren om de geschiktheid van een arts om te behandelen in twijfel te trekken.
Ter vergelijking: het Verenigd Koninkrijk heeft in dezelfde periode meer dan 7 100 substantiële waarschuwingen doorgegeven, Frankrijk ongeveer 900 en Zweden meer dan 800. Daarentegen hebben sommige landen vrijwel niets gemeld: Cyprus, Slovenië, Bulgarije, Kroatië, Letland en Luxemburg verstuurden slechts enkele meldingen in meerdere jaren, terwijl Griekenland, Malta en Estland er geen enkele verzonden. Deze verschillen onderstrepen het gebrek aan echte Europese coördinatie en vergroten het risico dat beroepsbeoefenaars die in het ene land zijn gestraft, hun activiteiten in een ander land ongestoord kunnen voortzetten.
Registratie in België: filters en controles
Een arts die in een andere lidstaat is opgeleid, moet een “verklaring van goed gedrag van minder dan drie maanden oud” en een “lijst van disciplinaire of administratieve maatregelen of sancties” met betrekking tot hem of haar overleggen. De authenticiteit kan worden gecontroleerd via het informatiesysteem van de interne markt (IMI). In geval van ernstige overtredingen kan de registratie worden geweigerd.
Geen automatische schrapping na buitenlandse sanctie
Als er na de registratie in België een waarschuwing binnenkomt, “kan de registratie niet zomaar worden geannuleerd”. Er moet een tuchtprocedure starten, met inachtneming van het beginsel ne bis in idem (niet tweemaal voor dezelfde feiten worden gestraft). Aangezien het tuchtrecht nationaal blijft, “kan het Belgische beroepsverbod niet in het buitenland worden toegepast en vice versa”. De Orde pleit dan ook voor “een Europese tuchtrechtelijke ruimte” op basis van “gemeenschappelijke Europese ethische beginselen”.
Illegale uitoefening: verwijzing naar Parket en contacten met Riziv
Als een arts die in België een beroepsverbod heeft gekregen zijn activiteiten voortzet, “wordt de bevoegde autoriteit (de procureur des Konings) op de hoogte gebracht van de illegale uitoefening van de geneeskunde”. De Orde onderstreept “een vlotte communicatie” met het Riziv wanneer dergelijke gevallen worden ontdekt.
Sancties en schorsingen: cijfers en regels
In de afgelopen 15 jaar zijn in België 1.605 artsen onderworpen aan een disciplinaire sanctie, van wie 129 in 2024 (een record), en ongeveer een op de vijf had een buitenlandse nationaliteit, volgens gegevens van De Tijd. “Maar noch de patiënten, noch soms de collega's weten wie de betrokken artsen zijn en hoe ernstig de feiten zijn”, verklaart de krant.
De schorsing van het recht om het beroep uit te oefenen “mag niet langer duren dan twee jaar”.
In geval van schrapping “kan de arts [...] na twee jaar een nieuwe aanvraag tot inschrijving indienen”, die kan worden geweigerd als hij niet voldoet aan de vereiste “eer en waardigheid”. In geval van schorsing is de arts “deontologisch verplicht om zijn collega's hiervan op de hoogte te stellen” en wordt zijn naam geschrapt van de openbare lijst op de site Ordomedic.
Preventieve maatregelen: oproep om wet aan te passen
In “situaties waarin er een vermoeden bestaat van een ernstige schending van de beroepsethiek” meent de Orde dat “een wettelijk kader” dat het mogelijk maakt om “dringende preventieve maatregelen” op te leggen, voor een beperkte duur en op evenredige wijze, “de belangen van de patiënten en de bescherming van de volksgezondheid ten goede zou kunnen komen”.
> Hier vindt u de brief van de Orde, gericht aan De Tijd.
> Geschrapte buitenlandse artsen kunnen in België voortwerken








