De onvrede onder artsen slaat steeds vaker om in moedeloosheid en defaitisme, vooral bij jongere collega’s. Volgens dr. Jos Vanhoof, voorzitter van het Vlaams Artsensyndicaat, is dat geen toeval maar het gevolg van een beleidslijn die het vrije beroep systematisch uitholt. Tegen dat defaitisme plaatst Vanhoof een duidelijke oproep: kies voor weerbaarheid, verbondenheid en zelforganisatie.
Het groeiende defaitisme onder artsen vindt volgens Vanhoof zijn oorsprong in een reeks ontwrichtende factoren. Hij wijst op de top-down geïmplementeerde kaderwet, zonder enige onderhandelingsmarge, en een begrotingsvoorstel waarin artsen disproportioneel moeten bijdragen aan het overheidstekort om de zorg te financieren.
Het regeerakkoord noemt hij geïnstrumentaliseerd, met het quid pro quo-principe als onderliggende logica: het plafonneren van honoraria en supplementen in ruil voor andere beleidswensen van de meerderheidspartijen in Arizona, met slechts verwaarloosbare nuances in de marge.
Vanhoof stelt vast dat overlegmodellen verworden zijn tot dictaten. Het nieuwe kader om tot akkoorden te komen legt unilaterale verantwoordelijkheden bij één partij, terwijl de andere partij, de mutualiteiten, volledige “freedom to operate” krijgt.
Intussen staat de zorg als systeem onder druk. De bevolking vergrijst, de co-morbiditeit stijgt, de zorgvraag wordt complexer en tijdsintensiever. De capaciteit in de zorg botst op haar limieten en er dreigen zorginfarcten. Artsen worden richting burn-out gedreven.
Volgens Vanhoof bevestigt de overheid haar “toxische relatie met artsen” door kerntaken over te hevelen naar andere zorgberoepen, onder het mom van ondersteunende maatregelen. “Wat ooit een glanzende, trotse Jonagold was, dreigt zo te verworden tot een bruin verkleurd, afgevreten klokkenhuis.”
“Het vrije beroep van arts wordt steeds vaker afgeschilderd als een door de staat overgesubsidieerde functie.” Daarbij wordt, aldus Vanhoof, werkelijk niets nagelaten om de artsen te framen en te bashen als geldzuchtige parasieten en fraudeurs in de zorg. “Kan dit misschien dat groeiende defaitisme verklaren?”, vraagt hij zich retorisch af.
Toch ziet Vanhoof in de huidige crisis ook een keerpunt. “Never let a good crisis go to waste.” Hij roept op om defaitisme om te zetten in weerbaarheid. Volgens hem is het nu meer dan ooit nodig dat de beroepsgroep kijkt naar wat artsen verbindt in plaats van wat hen scheidt, dat ze met één stem spreken en actief zoeken naar nieuwe modellen. Idealiter, zegt hij, in eigen beheer en buiten het stringente regulerende kader van de overheid, om zo alternatieve zorgmodellen aan te bieden die garant staan voor kwaliteit, nabijheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid.
Vanhoof wijst op het uitzonderlijke talent in de beroepsgroep. “Artsen hebben jarenlang hun intellectuele, emotionele en empathische capaciteiten ten dienste gesteld van de patiënt en de samenleving. Nu is het tijd om diezelfde talenten ook ten voordele van het eigen beroep in te zetten.”
“United we stand”
Daarom doet hij een warme oproep om nieuwe initiatieven zoals Vista Minds, een professionele denktank voor de ontwikkeling van nieuwe zorgmodellen, en FEDAC, de federale artsencoöperatie (voorlopig nog gericht op huisartsen), actief te steunen en er lid van te worden.
“Willen we wegen op het beleid, dan hebben we weerbaarheid en kritische massa nodig,” stelt Vanhoof. “Totalitaire regimes, en zonder inspraak lijken we die richting uit te gaan, streven naar volledige etatisering en gebruiken defaitisme als hefboom. Dit willen en laten we niet gebeuren: united we stand.”
Volgens hem betekent dat ook: zich syndikeren. “Ons vrije beroep staat op de wip, de kwaliteit van de zorg komt onder druk. Dat kunnen we niet laten gebeuren. En last but not least: we willen terug het respect dat we verdienen.”
Vanhoof besluit: “Wij, als jullie syndicale vertegenwoordigers, zullen onze verantwoordelijkheid opnemen. Geef ons daarom een stevig mandaat. Sluit u aan. Werk actief mee aan onze toekomst en aan de blinkende kleur van onze Jonagold.”









Laatste reacties
Bart Lelie
04 november 2025Syndicaten, kijk in eigen boezem. Nieuw opgeleide artsen zijn stevig opgeleid voor hun job, maar weten nauwelijks iets af van hoe de gezondheidszorg in elkaar zit. De verwarring tussen beroepsverenigingen en syndicaten blijft groot. Zorg dat onze jonge artsen op de hoogte zijn van waar hun stem telt en waar ze problemen kunnen melden.
Sta open voor de nieuwe generatie die helemaal geen ondernemer wenst te zijn en perfect past in een bediende statuut (cf Nederland 50% bediende) maar blijf vechten voor de vrij beroeper en ondernemer in de gezondheidszorg.
En verminder de administratie voor artsen op ALLE vlakken: zinloze briefjes, zinloze registraties, zinloze vergaderingen in allerlei federale en gewestelijke comités (wie heeft daar in 's hemelsnaam tijd voor en voor wat?),... Roep ter verantwoording diegene die administratie van ons vraagt: waarom? wat ga je er precies mee doen? hoe lang moet dit gebeuren? evaluatie van deze registratie naderhand? kostprijs van deze administratie?
En tot slot: werk samen met de beroepsvereniging om 1/ een eigen KCE te vormen die onafhankelijk is van de overheid en 2/ een eigen kwaliteitsorgaan per medisch discipline te vormen (cf Nederlandse visitatie elke vijf jaar van de beroepsvereniging uit). We blijven achter de feiten aan lopen, omdat we niet georganiseerd zijn en niet proactief handelen.
Eric VYDT
03 november 2025Dit is het einde van onze kwaliteitsgeneeskunde en het begin van staatsgeneeskunde.Zielig!Ik zou nu geen patiënt willen zijn .Ze kunnen nu al niet meer terecht bij hun huisarts! Schandalig.Boycotten!
Marc DE MEULEMEESTER
03 november 2025LUC : idem !
Vele groeten vanuit het “Vrij”bos van Houthulst !
Luc BILLIAU
03 november 2025Ik ben nu 73 jaar en heb van mijn 62 tem 67 gevochten tegen een dreigende burnout. Niet wegens teveel werk , ik hield van werken , van patienten behandelen , maar van de steeds zwaardere druk van beleidslijnen , controles , administratie en het abolute gebrek aan waardering van bovenaf.