Op zondag 3 juni, dus ruim een week geleden, verscheen in de algemene pers een artikel over het huisartsentekort en de regio’s waar de grootste problemen zich voordoen. De pers baseerde zich hiervoor op Riziv-cijfers. Maar kloppen die Riziv-cijfers wel? Al zeker niet voor de regio Halle-Vilvoorde, meldt Liesbeth Devreker, algemeen coördinator van artsenkring en wachtpost Zennevallei. Op haar vraag om verduidelijking en een eventuele rechtzetting door het Riziv kreeg ze tot nu toe geen antwoord.

Uit de Riziv-cijfers bleek dat Vorselaar het slechtst scoort voor het huisartsentekort in Kempen, en ook wij verwezen daarnaar in onze vorige nieuwsbrief. Maar diezelfde cijfers schetsen alvast een foutief beeld voor Halle, dat zelf ook registreert. Tot haar grote verbazing en bezorgdheid stelde Devreker vast dat deze cijfers sterk afwijken van de realiteit zoals zij die op het terrein kent. "Als coördinator van een huisartsenkring met bijna twintig jaar ervaring beschik ik over een zeer goed inzicht in de werkelijke situatie in onze regio. Wij houden nauwgezet bij wie actief is binnen een praktijk en wie niet, en baseren ons daarbij op actuele en gevalideerde gegevens uit het werkveld", legt ze uit.

Verschil van 39 huisartsen

Daarom kroop de kringcoördinator in de pen met een vraag om verduidelijking van het Riziv, want "volgens uw telling zouden er 137 huisartsen in onze regio actief zijn, terwijl dit er in werkelijkheid slechts 98 zijn – een verschil van maar liefst 39 huisartsen."

En dat is inderdaad een wereld van verschil. Want dan zou er volgens het Riziv in Halle-Vilvoorde geen sprake zijn van een huisartsentekort, "terwijl wij op basis van betrouwbare gegevens -systeem PermaMed- momenteel spreken over een tekort van 132 huisartsen – de regio met het grootste tekort in heel Vlaanderen."

De kring vermoedt dat de cijfers gebaseerd zijn op de adressen waaraan de Riziv-nummers gekoppeld zijn. "Maar dat zijn vaak ook domicilieadressen in plaats van praktijkadressen, wat een vertekend beeld geeft van de daadwerkelijke beschikbaarheid van huisartsen in de betrokken regio’s", schrijft Liesbeth Devreker.

Vraag om overleg

Het spreekt vanzelf dat de verspreiding van foutieve cijfers  niet alleen bijdraagt aan een onjuiste beeldvorming in de publieke opinie, maar dat bemoeilijkt ook lopende onderhandelingen over oplossingen voor het tekort en de structurele ondersteuning van de eerstelijnszorg. "Onze huisartsenkringen zetten zich al jarenlang actief in om het probleem zichtbaar te maken en beleidsmaatregelen te ondersteunen. Dit werk wordt ondermijnd wanneer er geen correcte data worden gebruikt", licht ze nog toe. Waarbij ze aandringt op overleg om tot betrouwbare en actuele cijfers te kunnen komen, "zodat het beleid gebaseerd is op een juiste analyse van de situatie."

Tot nu toe bleef het langs Riziv-kant evenwel stil, een formele reactie 'dat ze het zouden bekijken' niet te na gesproken. Maar intussen leiden de cijfers uiteraard een eigen leven.