De twee verzorgsters van het Medisch Pedagogisch Instituut (MPI) De Luchtballon in Genk zijn door de correctionele rechtbank van Tongeren vrijgesproken van mensonwaardige behandeling en mishandeling van zes kwetsbare kinderen tussen 9 en 15 jaar. Verschillende ouders deden hierover melding. De uitspraak werd door die ouders met veel ongeloof onthaald.

De zes zwaar zorgbehoevende kinderen volgden tussen 2017 en 2019 les in De Luchtballon. Al in 2017 waren er meldingen op de school dat een van de verzorgsters hardhandig met hen omging. Ouders getuigden tijdens het onderzoek en het proces hoe hun kinderen vaak angstig en met blauwe plekken thuiskwamen. De kinderen zeiden bang te zijn van een van de verzorgsters.

Een moeder herkende haar dochter in een melding via een vriendin die bij het Centrum voor Leerlingenbegeleiding werkte. Die had haar verteld dat een meisje in een rolstoel hardhandig werd aangepakt, en haar dochter was de enige in een rolstoel in het MPI. Een collega die het niet langer kon aanzien, hield alles wat volgens haar niet door de beugel kon bij in een schriftje. Ook andere collega's vonden later de moed om tegen de twee verzorgsters te getuigen.

De twee verzorgsters ontkenden elke mishandeling en beweerden het slachtoffer te zijn van een complot van collega's. De rechtszaak sleept al aan sinds februari 2024. Tijdens de zittingen ondervroegen de drie rechters zowel de ouders als de voormalige directie en toenmalige collega's. Begin februari werd de zaak in beraad genomen, maar de uitspraak werd meermaals uitgesteld.

Donderdag werden de twee verzorgsters uiteindelijk vrijgesproken van de mishandeling van de kinderen. De rechtbank oordeelde dat niet boven elke redelijke twijfel kon worden aangetoond dat de verzorgsters opzettelijk verwondingen of slagen aan de kinderen hadden toegebracht. 

Volgens de rechtbank was er bovendien sprake van kampvorming binnen De Luchtballon, wat geleid zou hebben tot een zeer negatieve sfeer. "Het kan niet worden uitgesloten dat deze negatieve sfeer, deze 'kampvorming' en deze conflicten binnen het personeel (mogelijk onbewust) hebben meegespeeld in het afleggen van verklaringen door de betrokkenen", aldus de rechtbank.