Eerste inentingen doen vaccinatiebereidheid stijgen tot 77 procent

De aftrap van de vaccinatiecampagne en de beelden van de eerste inentingen hebben een positief effect op de vaccinatiebereidheid van de Belg. Dat blijkt uit de laatste motivatiebarometer die door enkele Belgische universiteiten is samengesteld. Halverwege december gaf 56 procent van de bevolking aan dat ze zich willen laten vaccineren, dat is begin januari gestegen naar 77 procent.

Uit een brede bevraging van 15.719 deelnemers blijkt dat Belgen steeds meer bereidheid tonen om zich te laten vaccineren. Ook stijgt het aantal mensen dat aangeeft dat ze anderen willen motiveren om dat te doen van 57 procent naar 62 procent. Obstakels tot vaccinatie, zoals wantrouwen tegenover het vaccin, weerstand of moeite tot vaccinatie, namen eveneens af.

Voor een geslaagde vaccinatiecampagne moet zowat 70 procent van de bevolking gevaccineerd zijn tegen het coronavirus om toekomstige uitbraken succesvol te onderdrukken. Vandaag leeft er dus voldoende bereidheid bij de bevolking om dat doel te halen, maar de inentingscampagne loopt waarschijnlijk nog tot het einde van het jaar.

Verschillende gebeurtenissen of factoren, zoals de bereikbaarheid van vaccinatiecentra, kunnen de bereidwilligheid in die periode aantasten. Vandaag krijgen ouderen en het personeel van woonzorgcentra prioriteit, vanaf maart volgt waarschijnlijk de brede bevolking.

Hoe die campagne eruit zal zien is nog niet in detail beslist. Sommige kandidaat-vaccins worden nog bestudeerd en wie zich wil laten vaccineren zal zeker in de beginfase niet kunnen kiezen welk vaccin hij wil.

Meer bereidheid

Toch zien de onderzoekers dat de respondenten meer bereidheid tonen om zich te laten inspuiten met een vaccin dat een hoge bewezen doeltreffendheid kan voorleggen. Ook andere vanzelfsprekende elementen beïnvloeden de vaccinatiebereidheid, zoals eventuele gekende bijwerkingen (zoals plaatselijke spierpijn) en de duur daarvan. Indien in de toekomst bewezen zou worden dat men na een vaccinatie niet langer besmettelijk is, heeft ook dat een positief effect.

Het speelt dan weer geen rol wie mensen aanmoedigt tot vaccinatie (bijvoorbeeld een huisarts of expert), waar de vaccinatie plaatsvindt of het aantal dosissen dat men moet innemen. Wie overtuigd is om zich te laten vaccineren, maakt geen probleem van die elementen.

De onderzoekers verwachten ook een klein positief effect wanneer het besef groeit dat vaccineren de norm is en indien het collectieve belang van vaccinaties in de verf wordt gezet. De huidige cijfers tonen dat een ruime meerderheid en meer dan de nodige 70 procent van de bevolking een vaccinatie wil ondergaan van zodra dat kan.

Die vaccinatiebereidheid kan onder druk komen te staan indien zou blijken dat de gevaccineerde het virus nog steeds kan doorgeven. Ook als er ongekende langetermijnnevenwerkingen zijn, kan dat voor problemen zorgen. Vooral vrouwen en jongvolwassenen zien dan vaker af van vaccinatie.

Wel zien de onderzoekers dat uitsluitsel over de doeltreffendheid of eventuele nevenwerkingen ook bij laag gemotiveerde personen de vaccinatiebereidheid opkrikt. "Dit is hoopvol nieuws", klinkt het. "Het suggereert dat laag gemotiveerden tot actie te stimuleren zijn, indien de juiste condities worden gecreëerd."

Om die groep te mobiliseren is wel goede communicatie nodig en een dialoog om het wantrouwen te ontzenuwen en kritische vragen gericht te beantwoorden.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.