In een gesprek met een contact tracer zijn vrouwen duidelijk beter in het opnoemen van al hun hun contacten dan mannen. Dat blijkt uit de Grote Coronastudie van de UAntwerpen. De bereidwilligheid om gegevens te delen hangt dan weer samen met de financiële situatie.

De bevraging van de UAntwerpen in samenwerking met UHasselt, de KU Leuven en de ULB, wordt sinds juni tweewekelijks georganiseerd. Dinsdag staat de veertiende golf op de agenda.

Uit de dertiende golf blijkt dat niet alle respondenten even enthousiast zouden meewerken als ze een contact tracer aan de lijn krijgen, zeggen de onderzoekers. "We zien een opvallende link tussen de bereidwilligheid om gegevens te delen en de financiële situatie van de respondenten", zegt Thomas Neyens (UHasselt/KU Leuven). "Zo zegt meer dan 30 procent van de mensen die aangeeft het financieel moeilijk te hebben, de gegevens van een collega niet te zullen meedelen. Zowat een kwart wil ook geen gegevens van vrienden, familieleden of de eigen partner doorgeven. Bij mensen die het financieel beter hebben, liggen die percentages telkens ruim onder de 10 procent."

De verschillen in bereidwilligheid tussen mannen en vrouwen blijven beperkt, maar er is wel een duidelijk verschil in het namen plakken op alle contacten waarmee iemand minstens vijftien minuten heeft doorgebracht. Net niet de helft van de vrouwen kan de naam van alle persoonlijke contacten noemen. Bij de mannen is dat met 35 procent een stuk lager.

Een hoopgevende vaststelling is dat het met het welbevinden van de deelnemers al weken de goede richting uitgaat. Sinds begin mei en de eerste versoepelingen zijn we ons almaar beter in ons vel gaan voelen, blijkt uit de data van de Grote Coronastudie. Al zitten we gemiddeld nog niet aan het niveau van de Belgian Health Survey, door Sciensano in 2018 uitgevoerd. Vooral vrouwen voelen zich mentaal nog wat minder goed.