In discussies over publieke middelen ligt de focus de laatste tijd opvallend vaak op artsen. Het artsenkorps is een budgettaire zondebok geworden. Maar als dokters tot op de eurocent verantwoording moeten afleggen voor hun handelingen binnen het gezondheidsbudget, dan moeten ministers dat evengoed doen voor de begrotingen die ze uittekenen en laten ontsporen.
In een recent interview werpen John Crombez en Eric Mortier de beschuldiging op dat artsen “gebrainwasht zijn door de vrije markt” in hun omgang met overheidsgeld. Zulke uitspraken zijn niet alleen gratuit, ze zijn ook gevaarlijk. Ze leiden het debat af van waar het écht over moet gaan: transparantie over publieke middelen en het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel.
Artikel 10 van de Grondwet is duidelijk: “Er is in de Staat geen onderscheid van standen. De Belgen zijn gelijk voor de wet.” Dit artikel betekent dat al wie publieke middelen beheert, of dat nu een arts is, een ambtenaar of een minister, onderworpen is aan dezelfde principes van transparantie en verantwoording. De Grondwet geldt voor iedereen. Niet alleen voor burgers en zorgverleners, maar ook voor zij die het beleid vormgeven.
België werkt al decennia volgens een kasboeklogica: geld uitgeven zodra het binnenkomt, zonder plan of langetermijnvisie. De financiële crisis van 2008-2009 had een keerpunt kunnen zijn. Er lag zelfs een wetsontwerp klaar om het begrotingsbeleid aan de economische cyclus te koppelen, maar het werd nooit gestemd.
Een gemiste kans. Want toen Covid-19 kwam, en terecht fors werd uitgegeven, ontbraken de wettelijke mechanismen om achteraf bij te sturen. En vandaag blijft het stil. Er is nog steeds geen wettelijk kader om zulke ontsporingen in de toekomst wél op te vangen.
Maar als we het over verantwoording willen hebben, laten we dan tenminste eerlijk zijn: de ontsporing van de overheidsfinanciën is een politiek probleem, en die verantwoordelijkheid mag niet eenzijdig op het conto van zorgverleners geschreven worden.
Ratingbureaus spreken, ministers zwijgen
De internationale ratingagentschappen maken zich steeds meer zorgen over onze begroting. Zowel Standard & Poor’s als Moody’s hebben hun vooruitzichten voor België verlaagd naar “negatief”. Als er geen ommekeer komt, volgt een officiële verlaging van ons kredietlabel. Fitch heeft die stap al gezet en België effectief een trap lager geplaatst. Waar ministers intern zelden of nooit verantwoording afleggen over ontsporend beleid, zijn het dus buitenlandse kredietbeoordelaars die het begrotingsfalen wél bij naam noemen.
Die negatieve vooruitzichten zijn een waarschuwing dat het huidige beleid niet geloofwaardig is, dat er te weinig wordt hervormd, dat de uitgaven ontsporen en dat het vertrouwen in de Belgische politiek afkalft. En dat net ratingagentschappen dat het duidelijkst durven te zeggen. Ze zijn helaas een betere graadmeter voor de toestand van het land dan de algemene pers, waar vaak elk journalistiek tegengewicht ontbreekt.
In andere landen ziet men dat anders. In Zwitserland of Singapore zie je hoe begrotingsdiscipline samengaat met een performante administratie, lage stakingsgraad, hoog vertrouwen in instellingen en sociale rust. Daar trekken overheid en burger aan hetzelfde zeel. Daar kan men iemand terechtwijzen als hij te veel uitgeeft.
Waar blijft de gedeelde verantwoordelijkheid?
Hier ontbreekt dat gedeelde kader. En dus zitten we met de vreemde situatie dat artsen wél structureel gecontroleerd worden, maar ministers zelden of nooit verantwoordelijk worden gehouden voor hun begrotingstekorten of gemiste hervormingen. Waarom geldt gelijkheid voor sommigen, maar niet voor allen?
Het is dan ook in een dergelijk politiek systeem geloofwaardiger dat men iemand terechtwijst als hij te veel uitgeeft, wanneer hij als gelijke van zijn politici wordt beschouwd, omdat ze aan hetzelfde zeel trekken, onbewust het algemeen belang verdedigend.
John Crombez en Eric Mortier schreven recent een boek met de titel Hou België gezond. Een terechte ambitie. Maar gezondheid vraagt meer dan symptoombestrijding. Wie structurele ongelijkheid in verantwoording negeert, tast het morele weefsel van het beleid aan.
Artsen staan vandaag onder toezicht, en dat wordt als normaal beschouwd. Maar als dat toezicht niet evenzeer geldt voor zij die aan de knoppen zitten, dan is het systeem uit evenwicht. Zorg is meetbaar. Begrotingen moeten dat ook zijn.









Laatste reacties
marc brosens
26 oktober 2025De kernuitstap kost ons miljarden! Zelfs in Nederland waren ze niettegenstaande hun linkse regering en druk van Frans Timmermans e.a. zo slim om de kernenergie te behouden. In België reden we ons in de vernieling wegens ideologische kortzichtigheid. En hier is effectief niemand voor verantwoordelijk of ter verantwoording voor geroepen. Ondertussen moeten wij allen inboeten en besparen onder andere wegens zo’n domme beslissingen van the happy few op het hoogste niveau.
Christophe Breusegem
22 oktober 2025Vandenbroucke mag zijn verantwoordelijkheid niet ontlopen
Hij zet zich in, maar hij doet verkeerde acties.
Hij moet zorgverleners vrijheid laten én aanmoedigen
En niet afdreigen en alles complexer maken en inperken van financiële vrijheid
Min Vandenbroucke en zijn partij moeten verantwoordelijk gesteld worden voor de gestage in voege treding van ‘staatsgeneeskunde ‘ met in de nabije toekomst beperkte tarieven en een investerings-stop en teloorgang van ons eens zo goede zorgsysteem
Wat hij moet doen zijn nutteloze processen in de zorg aanpakken bv administratie door ziekenfondsen
Wanneer gaat hij dát aanpakken?
Overconsumptie in de zorg aanpakken door aanpassen van remgelden
Wanneer aanpakken?
Of de forse toename van langdurige zieken die meer dan 1 jaar thuis zitten: Belgie is recordkampioen in Europa…: 11 miljard ieder jaar…
Wanneer gaat hij dát aanpakken?