Bvas tegen ongecontroleerde overname artsenbevoegdheden

De Bvas is voorstander om medische handelingen te delegeren... aan wie contractueel met hem of haar samenwerkt een op wie de arts toezicht kan houden. Bovendien is het van essentieel belang dat die gezondheidswerker daartoe een specifieke opleiding heeft gevolgd.
Tot op heden is Bvas het enige artsensyndicaat dat het ontwerp tot wijziging van de gecoördineerde wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen in de (WUG) officieel afkeurt. Deze wet verbiedt niet-artsen om medische handelingen te verrichten zonder toezicht van een arts (onderzoek, diagnose, behandeling, preventie, vaccinatie).

Delegeren van medische handelingen aan niet-artsen kan, in zoverre dat deze handelingen worden uitgevoerd door een gezondheidszorgbeoefenaar die daartoe een specifieke opleiding heeft gevolgd en die contractueel samenwerkt met een arts die toezicht houdt op deze handelingen. Dat is zo bepaald in de artikelen 3 §1, 23 §1 en 46/1 §2 van de WUG (1).

De Bvas meent dat het niet wenselijk is om deze wetsartikelen te wijzigen omdat op die manier het risico ontstaat dat de patiënt niet langer de garantie heeft op medische zorg voor al zijn gezondheidsproblemen.

Geen 'preview'

Het is niet wenselijk dat gezondheidszorgbeoefenaars die geen arts zijn, de bevoegdheid zouden krijgen om op een ongecontroleerde manier de zorg over te nemen voor een patiënt. Het risico bestaat dat zij zich zouden wagen aan een niet -dequate diagnostische en therapeutische aanpak die de behandeling van de medische problemen door een arts zou vertragen.

Het is niet raadzaam een soort van “preview” te creëren die recht zou geven om te beslissen of een patiënt al dan niet naar een huisarts of een arts-specialist wordt doorverwezen wanneer hij of zij een medisch probleem heeft.

Bvas dringt er bij de artsen op aan om waakzaam te zijn voor de standpunten die andere artsenverenigingen met betrekking tot deze wet verdedigen, vooral omdat een recent onderzoek bevestigt dat een meerderheid van de artsen ons standpunt deelt, schrijven dr. Philippe Devos, voorzitter en dr. Dirk Scheveneels, ondervoorzitter
 
 
(1) Artikels 3 §1, 23 §1 en 46/1 §2 van de Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (WUG):
 
Art. 3. § 1. Niemand mag de geneeskunde uitoefenen die niet het wettelijk diploma bezit van doctor in de genees-, heel- en verloskunde, dat werd behaald in overeenstemming met de wetgeving op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, of die niet wettelijk ervan vrijgesteld is, en die bovendien de voorwaarden gesteld bij artikel 25, niet vervult.
Wordt beschouwd als onwettige uitoefening van de geneeskunde, het gewoonlijk verrichten door een persoon die het geheel van de voorwaarden, gesteld bij het eerste lid, niet vervult, van elke handeling die tot doel heeft, of wordt voorgesteld tot doel te hebben, bij een menselijk wezen, hetzij het onderzoeken van de gezondheidstoestand, hetzij het opsporen van ziekten en gebrekkigheden, hetzij het stellen van de diagnose, het instellen of uitvoeren van een behandeling van een fysieke of psychische, werkelijke of vermeende pathologische toestand, hetzij de inenting.
De Koning kan, overeenkomstig de bepalingen van artikel 140, de handelingen bedoeld in het tweede lid nader bepalen.

Art. 23. § 1. De Koning kan, overeenkomstig de bepalingen van artikel 141, de voorwaarden vaststellen waaronder de artsen [2 en de tandartsen]2, op eigen verantwoordelijkheid en onder eigen toezicht, personen die een paramedisch beroep uitoefenen kunnen belasten met het verrichten van bepaalde handelingen die de diagnose voorafgaan of de toepassing van de behandeling aangaan of de uitvoering van maatregelen van preventieve geneeskunde betreffen.

Art. 46/1. § 2. Bovenop de uitoefening van verpleegkunde zoals vermeld in art. 46 verricht de verpleegkundig specialist, in het kader van complexe verpleegkundige zorg, medische handelingen met het oog op het behoud, de verbetering en het herstel van de gezondheid van de patiënt.
De in het eerste lid bedoelde zorg wordt verricht met betrekking tot een welbepaalde patiënten doelgroep en gebeurt in nauwe afstemming met de arts en de eventuele andere gezondheidszorgbeoefenaars.
 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.