Begin deze maand legde minister De Block in een KB de spelregels vast voor het medisch-farmaceutisch overleg.
Het besluit verscheen in het Staatsblad van 4 april. Het medisch-farmaceutisch overleg wil de rol van artsen en apothekers beter op elkaar afstemmen om zo rationeler voor te schrijven en geneesmiddelen veiliger te gebruiken. Bij het overleg kunnen ook ziekenhuisartsen en/of ziekenhuisapothekers betrokken worden. Ze stellen daarvoor aanbevelingen op en kunnen kwaliteitsbevorderende programma's voorstellen aan het Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen.
Een LOK en/of een huisartsenkring en een lokale vereniging van apothekers duiden als verantwoordelijken twee projectindieners aan: één arts en één apotheker. Zij sturen vooraf een voorstel medisch-farmaceutisch overleg op naar het Riziv. Nadien volgt ook een gereglementeerd verslag van de vergadering, dat drie jaar moet worden bewaard.
Het Comité is belast met de begeleiding van het medisch-farmaceutisch overleg en beoordeelt het of kan een project weigeren. Voor de medicomut maakt het een syntheseverslag. Het kan daarbij "best practices" selecteren en bekronen met een "medical-pharmaceutical quality award". Het Comité maakt na twee jaar een evaluatieverslag van het medisch-farmaceutisch overleg dat ter goedkeuring aan de ministerraad wordt voorgelegd.
Het Riziv heeft een begrotingsenveloppe klaar van twee miljoen euro op jaarbasis voor dit overleg. Daarvan wordt 1 miljoen ter beschikking gesteld voor de kwaliteitsbevorderende programma's die representatieve beroepsorganisaties voorstellen. Nog een klein miljoen wordt verdeeld over lokale projecten a rato van 2.500 euro per goedgekeurd lokaal project. Tot slot is 20.000 euro voorzien voor de tien "quality awards" van elk 2.000 euro voor de door het Comité geselecteerde "best practices".
Deze tegemoetkoming valt ten laste van het Riziv, sector geneeskundige verzorging.
Overzicht van niet-beperkende lijst van mogelijke onderwerpen:
- de risicobeheersing (interacties, automedicatie, substitutie);
- rationeel voorschrijven van geneesmiddelen;
- de problemen met polymedicatie;
- bevorderen van de therapietrouw;
- de respectievelijke rol van artsen en apothekers;
- voorschrijven van geneesmiddelen in een rustoord voor bejaarden, in een rust- en verzorgingstehuis of in een psychiatrisch verzorgingstehuis;
- concrete toepassing van het voorschrijven onder de algemene benaming;
- de evaluatie van de voorschrijfindicatoren met aanduiding van de betrokken therapeutische klasse.