Brussels minister van Gezondheid Alain Maron (Ecolo) heeft vrijdag de omzendbrief om de Brusselse woonzorgcentra voor te bereiden op een tweede golf van het coronavirus verdedigd door te wijzen op de hoogdringendheid. Tijdens het vragenuurtje in het Brussels Parlement wees hij ook op de verplichting van de rusthuizen om het personeel dat ziek uitvalt vanaf de eerste dag te vervangen.
De minister werd door Céline Fremault (cdH), Marie Nagy (DéFI), Véronique Jamoulle (PS) en Françoise De Smet (PVDA) aan de tand gevoeld over het vernietigend verslag van Artsen zonder Grenzen over de toestand in de woonzorgcentra tijdens de coronacrisis en de omzendbrief van vorige week in voorbereiding van een eventuele tweede golf.
De parlementsleden wezen op de kritiek van de actoren op het veld dat ze te weinig tijd hadden om de omzendbrief uit te voeren. Ze eisten nieuwe onderhandelingen over een aantal punten. De omzendbrief bepaalt dat de wzc's tegen 31 juli een actieplan en crisiscel moeten hebben en procedures vastleggen bij een nieuwe corona-uitbraak. Ook moesten de mogelijkheid hebben om zieken te isoleren, de nodige voorraden aan beschermingsmateriaal aanleggen en een samenwerking opzetten met een ziekenhuis en een laboratorium.
Minister Maron wees erop dat delen van de omzendbrief tegemoetkomen aan een aantal aanbevelingen van Artsen zonder Grenzen. Hij herhaalde dat er door de druk van een mogelijke tweede golf snel gehandeld moest worden, maar sloot niet uit dat er over een aantal punten nog gepraat kon worden.
De minister benadrukte ook dat de omzendbrief de wzc's aanmaant om het afwezige personeel vanaf de eerste dag te vervangen. "Bepaalde wzc's hebben beslist om niet te vervangen, ook al was er personeel beschikbaar. Ik wil dat niet meer zien", aldus Maron, die eraan herinnerde dat er 9 miljoen euro was vrijgemaakt voor steun aan deze centra. Het niet onmiddellijk vervangen van personeel leidt volgens hem tot een domino-effect voor de rest van het reeds zwaarbelaste overblijvend personeel.