Leden van de medische en ziekenhuisgemeenschap zijn ongerust over de plannen van minister van Defensie Ludivine Dedonder om het Militair Hospitaal van Neder-over-Heembeek tegen 2030 om te vormen tot een "medische hub" die onder meer een crisis- en rampenbestrijdingshospitaal zal herbergen, geïntegreerd in het civiel zorgaanbod in het Brusselse.
Dedonder (PS) gaf onlangs in de bevoegde kamercommissie meer toelichting bij het project. De toekomstige "medische hub" zal bestaan uit een militair ziekenhuis, een opleidings-, trainings- en simulatiecentrum, en een logistiek centrum voor geneesmiddelen en medisch materiaal. De ambitie is om zowel een kenniscentrum als een crisisziekenhuis te worden dankzij digitalisering en partnerschappen en duurzame samenwerking met nationale en internationale partners.
De toelichting van de minister zorgt voor ongerustheid bij heel wat leden van de medische en ziekenhuisgemeenschap, blijkt uit documenten die Belga heeft kunnen inkijken.
Meerdere ziekenhuizen vinden dat de verklaring van de minister heeft wat onduidelijkheid laat over haar wil om het Militair Ziekenhuis Koningin Astrid van Neder-over-Heembeek, in het noorden van Brussel, om te vormen tot een "echt" gespecialiseerd ziekenhuis waarin een gespecialiseerde structuur zoals het brandwondencentrum niet levensvatbaar wordt door het gebrek aan een medisch gespecialiseerde omgeving, zoals de auteurs van het project zelf aangeven.
De ziekenhuizen hekelen ook de methodologie die de minister gekozen heeft om haar project uit te werken, "zonder voorafgaandelijk overleg" met de eigen ziekenhuisartsen, de burgerlijke sector of de volksgezondheid, en "zonder zich vragen te stellen over de noden van de samenleving" op het vlak van crisisgeneeskunde. Defensie heeft beslist zich op eigen houtje en op kosten van de belastingbetaler in een dossier te storten dat transversaal moet zijn en duidelijk buiten het eigen kader van Defensie ligt. Deze benadering beantwoordt niet aan de complementariteit met de burgelijke ziekenhuiswereld bij het bestrijden van gezondheidscrisissen.
De ziekenhuizen verwijten Defensie ook een project voor te stellen dat op zichzelf gericht is, terwijl ze haar eigen noden niet kan vervullen en de kans op overbelasting van de ziekenhuissector creëert bij een militaire operatie, aanslagen in eigen land of crisissen in de buurlanden met talrijke zwaargewonde burgers of militairen.
Ze stellen zich ook vragen bij de capaciteit van Defensie, die het ziekenhuis alleen beheert. Het ziekenhuis valt niet onder de ziekenhuiswet van 1987. De ziekenhuizen vrezen dan ook dat de expertise inzake militaire geneeskunde, die niet door het Riziv erkend is, op korte termijn, over vijf tot tien jaar, zal verdwijnen.
Verschillende bronnnen vrezen ook dat het Militair Ziekenhuis geleidelijk opgenomen wordt in het Brusselse IRIS-netwerk, dat vaak onder PS-invloed gezien wordt. Daarbij wordt verwezen naar het ter beschikking stellen van twee verdiepingen van het ziekenhuis in Neder-over-Heembeek aan het Brugmann-ziekenhuiscentrum dat reeds instaat voor de boekhouding van het Militair Ziekenhuis.