De databank voor de sociale kaart met een overzicht van zorgvoorzieningen en zorgverstrekkers in Vlaanderen en Brussel is niet exhaustief. Dat zegt Open Vld-parlementslid Freya Saeys op basis van een vraag aan voormalig minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V). Dat er vooral bij de individuele zorgverleners nog 'gaten' in het systeem zitten, heeft volgens de minister te maken met het feit dat die groep pas sinds 2018 actief in de databank wordt opgenomen.

De sociale kaart (desocialekaart.be) bevat een overzicht van zorgvoorzieningen en zorgverstrekkers in Vlaanderen en Brussel, met telkens hun contactgegevens. Naast huisartsen, kinesitherapeuten en tandartsen geeft de kaart ook een overzicht van uiteenlopende diensten zoals kinderopvang, woonwinkels, OCMW's, diensten voor gezinszorg,...

Vlaams parlementslid Freya Saeys (Open Vld) nam de kaart onder de loep en stelde vast dat de lijsten op de kaart niet exhaustief zijn. "Individuele zorgverleners worden immers niet of nauwelijks opgenomen; voornamelijk de diensten, grote ziekenhuizen en centra staan erin", aldus Saeys.

Volgens de minister (de vraag werd nog gesteld aan voormalig welzijnsminister Jo Vandeurzen, red.) is dit te wijten aan de historiek van het instrument: de individuele zorgverleners worden pas sinds 2018 actief in de databank opgenomen, terwijl dit voor de zorgvoorzieningen al sinds 2001 het geval was. De zorgverstrekkers worden via de SEL's (samenwerkingsinitiatieven in de eerstelijnszorg) en de LMN's (lokaal multidisciplinair netwerk) gevraagd om hun gegevens te delen op de kaart. Maar die werken volgens de minister niet allemaal mee, waardoor dus ook niet overal alle zorgberoepen zijn opgenomen.

Uit het antwoord op de vraag van Saeys blijkt nog dat de sociale kaart zo'n 200.000 bezoekers per maand krijgt.