Kamerlid Servais Verherstraeten (CD&V) stelde begin dit jaar een schriftelijke vraag aan minister Vandenbroucke over de artsen-inspecteurs bij de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC). Uit het antwoord van de minister blijkt dat het aantal artsen-inspecteurs ver onder het wettelijk vereiste aantal ligt. Doelmatig gebruik van de beschikbare middelen moet soelaas brengen.

In het jongste nummer van het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, (september-oktober 2022) staat dat volgens de wet het aantal artsen-inspecteurs vastligt op één per 80.000 rechthebbenden. Dat aantal wordt niet gehaald, verre van zelfs. In januari dit jaar telde de DGEC 51 artsen-inspecteurs daar waar het er 142 zouden moeten zijn. De DGEC stelt dan ook prioriteiten in een poging om een evenwicht te vinden want de opdrachten kunnen niet allemaal worden uitgevoerd met het beschikbare personeel.

De job is nochtans voldoende aantrekkelijk volgens het antwoord van de minister: “Wanneer het Riziv nieuwe artsen wil aanwerven, zijn er steeds meer goede kandidaten dan beschikbare plaatsen.”

Komt nog bij dat de volgende jaren vele artsen-inspecteurs zullen uitstromen door pensionering en vervangen moeten worden. Hoe wil men dat oplossen?

Besparingen

Volgens minister Vandenbroucke ligt het tekort aan de vermindering van de personeelsmiddelen de afgelopen jaren. “Het voorbije decennium onderging de personeelsenveloppe van het Riziv enkele ingrijpende besparingsrondes waarbij niet alle vertrekkende personeelsleden vervangen konden worden. Tegelijk kreeg de organisatie tal van nieuwe opdrachten.”

De minister beloofde om dit mee te nemen in de onderhandelingen over de volgende bestuursovereenkomst. “Het Riziv stelt twee structurele preventieprojecten in die overeenkomst voor die een grote impact zullen hebben op het doelmatig gebruik van de beschikbare middelen in de gezondheidszorg en als zodanig de werklast van de sociaal inspecteurs van de DGEC zullen verlichten.”