Het Vlaamse Parlement heeft het decreet voor werk- en zorgtrajecten aangepast. De bedoeling is dat mensen bij elke nieuwe stap in hun traject niet hun hele verhaal opnieuw moeten vertellen, maar dat er een betere uitwisseling van gegevens komt. Daarnaast moeten de aanpassingen er ook voor zorgen dat er meer activeringstrajecten gerealiseerd kunnen worden, zeggen bevoegd Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) en minister van Werk Jo Brouns (CD&V) na goedkeuring in de commissie. De aanpassingen komen er na een evaluatie en een bevraging van het werkveld.

Werk- en zorgtrajecten zijn trajecten om mensen met cognitieve, medische, psychische, psychiatrische en/of sociale problematieken te helpen om vlotter te participeren aan de arbeidsmarkt of in de samenleving. De trajecten duren minimaal 3 en maximaal 18 maanden en bestaan in verschillende vormen: activeringstrajecten, arbeidsmatige activiteiten en onthaaltrajecten via het Geïntegreerd Breed Onthaal. In totaal wordt 15 miljoen euro geïnvesteerd in de diverse trajecten. 

"Werk binnen het regulier economisch circuit is niet voor iedereen haalbaar, maar veel mensen koesteren wel ambities en willen zich nuttig maken en voelen. Wij moeten hen die kansen geven en het signaal geven dat ze niet aan de kant worden geschoven", zegt minister Crevits. "Met dit decreet willen we iedereen de kans geven op hun maat en ritme actief te zijn in sociale economie en stappen naar een job te zetten", zegt haar collega Brouns. "We verbeteren het decreet nu zodat we de verschillende trajecten nog kunnen versterken, ze nog beter kunnen laten inspelen op de behoeften van de deelnemers en zo ook de eventuele uitstroom naar werk kunnen verhogen". 

Zo worden de administratieve lasten verlaagd en komt er meer tijd vrij voor de praktijk en concrete begeleiding op maat van de deelnemers. Ook moet de uitwisseling en de verwerking van persoonsgegevens tussen de verschillende werk- en zorgactoren vlotter verlopen, rekening houdend met de privacywetgeving. 

Op jaarbasis is momenteel in 1.200 activeringstrajecten voorzien, en de bedoeling is om volgend jaar naar 1.300 trajecten te groeien. Na onderzoek van HIVA KU Leuven worden de trajecten nu aangepast zodat de begeleidende werk- en zorgactoren zo gelijktijdig mogelijk aan de slag gaan, in samenspraak en met betrokkenheid van de deelnemer. Ook wordt er ingezet op een vereenvoudiging en meer duidelijke afbakening van de taken van de betrokken hulpverleners en werkplaatsen.

 Bij ongeveer de helft van de al uitgevoerde activeringstrajecten waarvoor al een eindadvies kon worden geformuleerd, wordt een advies 'betaalde tewerkstelling' gegeven (37 procent in het normaal economisch circuit, 10 procent in de sociale economie). Die personen worden door VDAB verder bemiddeld naar een job. Na twaalf maanden is ongeveer 1 op 4 van de deelnemers betaald aan het werk.