Artsen zijn sinds dit jaar verplicht om patiënten elektronisch medicatie voor te schrijven, maar in de apotheek zorgt die digitale omslag nog voor de nodige hindernissen. Uit onderzoek en een bijbehorende bevraging van de Vrije Universiteit blijkt dat apothekers nog geregeld papieren voorschriften verwerken door aanhoudende softwareproblemen.
Op een Belgisch elektronisch voorschrift (BEV) staat een unieke barcode die apothekers moeten scannen in een softwareprogramma dat speciaal voor hen werd ontwikkeld. Eenmaal ingescand krijgen zij te zien welke medicatie de patiënt nodig heeft.
Om te zien of dat systeem op punt staat, analyseerde VUB-onderzoeker Sven Van Laere 10.000 voorschiften uit 2018. Bijna de helft, ofwel 4.961 van die voorschriften, werd elektronisch voorgeschreven. Een kleine vijf procent hiervan werd uiteindelijk toch als papieren voorschrift behandeld. In de meeste gevallen koos de apotheker hier bewust voor, omdat door fouten in de apothekerssoftware digitaal opvragen niet mogelijk was.
"Het periodiek falen van eHealth-systemen in België maakt dat apothekers genoodzaakt zijn over te schakelen naar papier. Mogelijke gebruikersfouten van apothekers wanneer ze een voorschrift wensen digitaal af te leveren of implementatiefouten in de software zorgen voor ongewenste, soms herhaaldelijke, interacties die een succesvolle aflevering van de medicijnen onmogelijk makent", stelt Van Laere vast.
Van Laere bevroeg ook 246 Belgische apothekers en daaruit blijkt dat ze het systeem een gemiddelde score geven van 6,5 op 10. Die score ligt wel hogen bij Franstalige apothekers, want zij geven 6,8 op 10.
Laatste reacties
Lieve VICTOR
02 april 2020Het probleem ligt meestal niet aan de apotheeksoftware maar aan het niet functioneren van ehealth of aan de artsensoftware, vooral bij magistrale bereidingen.