Geïnterneerde in België gemiddeld 8 jaar opgenomen

In België blijft een “ontoerekeningsvatbare” een apart individu voor wie een uitzonderingswet nodig is. Nieuw onderzoek wijst uit dat een opname van een geïnterneerde gemiddeld 8 jaar duurt. Seksuele delicten zijn goed voor bijna 50% van de interneringen. Het gemiddelde IQ bedraagt 71,4. Bij 33,2% van de geïnterneerden is geen diagnose gesteld.

In ons land zijn meer dan 4.000 mensen geïnterneerd die de wet overtraden maar ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard en een behandeling onder dwang krijgen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeelde ons land al meerdere keren. België reageerde daarop met een nieuwe interneringswet die de wet op “sociale verdediging” vervangt. De wet werd van kracht op 1 oktober 2016. Hij slaat op iedereen met een geestesstoornis die in een toestand van ontoerekeningsvatbaarheid een overtreding of misdaad begaat.

Uniek in Europa

Die wet is uniek in Europa. Hij wordt gekenmerkt door de onbepaaldheid van het vonnis. De vrijlating hangt immers af van een stabilisering van de geestestoestand, de houding ten aanzien van de slachtoffers en een zero risico op recidief. De nieuwe wet bklemtoont voorts het zorgtraject dat elke geïnterneerde moet volgen.

Pierre Oswald (Les Marroniers, Doornik) onderzocht of de nieuwe bepalingen invloed zullen hebben op de toekomstige populatie van geïnterneerden en op de mogelijkheid tot vrijlating. Na analyse van recente gegevens van geïnterneerden in België stelde hij vast dat een opname gemiddeld 8 jaar duurt. Seksuele delicten zijn goed voor bijna 50% van de interneringen. Het gemiddelde IQ bedraagt 71,4. Bij 33,2% van de geïnterneerden is geen diagnose gesteld. Ruim zeven op de tien (71,7%) vertoont psychiatrische antecedenten. Meer dan de helft had al contact met een psychiatrisch ziekenhuis.

Drie profielen

Oswald onderscheidt drie profielen geïnterneerden:

  • “chronische” psychiatrische patiënten,
  • seksuele aanranders (met een langere opname en voor het overgrote deel zonder psychiatrische diagnose 
  • zwakbegaafden, die op jongere leeftijd worden geïnterneerd.

Omstreden

Wat dan de “ontoerekeningsvatbaren” zonder geestesstoornis betreft, stelt Pierre Oswald vast dat het aantal lange opnames dreigt te stijgen. De bestaande instrumenten om het risico op recidief te evalueren (nu een beslissend criterium) worden weinig gebruikt en bovendien zijn die omstreden.

Tot slot is er bij veel geïnterneerden onenigheid over de begane feiten, wat de mogelijkheden beperkt om ten aanzien slachtoffers blijk te geven van een verzoenende houding.

“Voor de Belgische wetgeving blijft een “ontoerekeningsvatbare” dus een apart individu, voor wie een uitzonderingswet nodig is”, concludeert hij. “De onbepaaldheid van het vonnis blijft een probleem, ondanks de nadruk op het zorgtraject. Er worden immers almaar meer voorwaarden voor een vrijlating op proef opgelegd. Die hangen af van subjectieve elementen.”

Oswald P. La nouvelle loi sur l'internement en Belgique. Evolution nécessaire ou stagnation dangereuse? 15ème Congrès de l’Encéphale. Paris, 18-20 januari 2017. Abstract#CO2-2

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.