Het Centrum voor Kankeropsporing stelde eind oktober zijn jaarrapport voor 2016 voor en koppelde daar een aantal verbeterpunten aan.
49 % van de vrouwen die een uitnodiging kregen voor een borstkankeronderzoek lieten zich ook daadwerkelijk onderzoeken. Meer dan 90 % van hen kreeg het resultaat van dat onderzoek binnen de zestien dagen te horen – terwijl 21 de norm is. 36 % van de doelgroep wordt evenwel nog niet bereikt, rekening houdend met het aantal vrouwen dat zich buiten het bevolkingsonderzoek om laat onderzoeken of dat niet hoeft deel te nemen wegens al in behandeling bijvoorbeeld. Er vinden steeds minder onterechte doorverwijzingen plaats en afwijkende resultaten worden sneller opgevolgd, maar de deelnamegraad is nog niet bereikt, luidt de conclusie.
Voor baarmoederhalskanker daarentegen ging slechts 28 % van de daartoe uitgenodigde vrouwen in op een onderzoek, maar van de volledige doelgroep laat 60 % zich onderzoeken, ongeacht een verzoek of niet. Maar bij vrouwen van 55 tot 64 jaar laat slechts 50 % zich tijdig screenen, terwijl door screening 76 % van de kankers kunnen worden opgespoord in een vroegtijdig stadium – zonder screening is dat 41 %. Er worden meer baarmoederhalskankers vroegtijdig opgespoord, maar vrouwen tussen 55 en 64 jaar ondergaan nog te weinig een controle.
Voor darmkanker gingen de meesten mensen in op de brief die ze kregen met het verzoek zich te laten onderzoeken: 51 % stuurde een staal op, maar 36 % van de doelgroep blijft buiten bereik. In 7,5 % van de stalen werd een afwijkend resultaat vastgesteld – dat komt overeen met 20.478 personen. Bij 82 % daarvan kwam het tot een coloscopie, bij 25 % vond die binnen de 33 dagen plaats, terwijl de EU-norm 90 % is. 18 % van de stalen met een afwijkend resultaat kreeg dus geen of geen optimaal vervolgonderzoek. Er worden dus meer kankers opgespoord, maar de nazorg kan beter.
Vanaf januari 2017 start een nieuw sensibiliseringsplan van het Centrum voor Kankeronderzoek. Zo zal onder andere voor dikkedarmkanker de staalafnemer gecontacteerd worden als er geen vervolgonderzoek gebeurt.
