Wat de syndicale verkiezingen betreft die gepland staan voor volgend jaar: geen woord daarover in de meest recente medicomut.

De klassieke syndicaten Bvas en Kartel wachten al lang op een definitieve regeling die de minister ging vastleggen. Dat was zo afgesproken in het plan om het vertrouwen te herstellen tussen de partners in de medicomut en de minister, begin dit jaar. De financiering van de syndicaten zou men opnieuw bekijken, samen met de verkiezingsvoorwaarden.

Reinier Hueting: “De tijd dringt. Ik schreef daarover een brief naar de minister en die antwoordde dat medicomut-voorzitter Jo De Cock een voorstel zal formuleren. Dit duurt al te lang en het is een bijzonder lakse houding.”

Voor het Kartel moeten de randvoorwaarden absoluut veranderen: “Het kan niet dat één syndicaat alleen huisartsen telt en hun belangen verdedigt, en een ander alleen specialisten. De lat moet voor iedereen gelijkliggen. Een syndicaat dat zich houdt aan de verdediging van groeperingen in meerdere landsgedeelten – zowel specialisten als huisartsen – is benadeeld nu. Daar is nu eenmaal meer werk aan dan wanneer je één enkele groep verdedigt in één taal”

“Ons voorstel: je moet minstens 1.500 leden tellen van wie minimaal 500 huisartsen en 500 specialisten.”

Volgens Marc Moens (Bvas) is het water al voorbij de molen: “Jo De Cock liet uitschijnen dat de oplossing niet meer haalbaar is voor de volgende syndicale verkiezingen. Het KB om dat te veranderen had vorig jaar al moeten verschijnen.” Ook dr. Moens is daarmee allesbehalve opgezet. De werkingskosten zijn inderdaad stukken duurder voor syndicaten die in beide landsgedeelten actief zijn, denk alleen al aan vertaalkosten. AADM hoeft daarmee helemaal geen rekening te houden. “Ze knijpen ons wel dood ondertussen.”