“Onnodige transfers zullen overlijdens veroorzaken”

Dokter Luc Haeck en Baudouin Mansvelt, respectievelijk secretaris-generaal en voorzitter van de Beroepsvereniging der Belgische chirurgen (BBC), vrezen dat de concentratie van slokdarm- en pancreaschirurgie tot meer mortaliteit zal leiden. Vooral omdat vele postoperatieve complicaties zoals hemorragieën onmiddellijk ingrijpen vergen.

De beroepsvereniging overlegt nog volop met de politieke wereld over de concentratie van deze ingrepen. Daar ontkent men ten stelligste dat de operatiequota van 20 per centrum alleen haalbaar zouden zijn voor vier tot vijf ziekenhuizen (pancreas) of zes tot zeven (slokdarm). Ine Somers (Open VLD) spreekt eerder van een tiental ziekenhuizen (5 Vl, 2 Brussel, 3 Wallonië) voor slokdarm. Voor pancreas denkt men aan 14 ziekenhuizen (9 Vl, 2 Brussel, 3 Wallonië).

De chirurgen zetten een aantal zaken op een rijtje. Ze ontkrachten enkele volgens hen verkeerde stellingen. We vatten hun bezwaren samen:

1 – verwijzen naar cijfers van het kankerregister is niet ideaal omdat het niet enkel gaat om maligne pathologie. Ook de benige pancreas en oesophagus pathologie wordt hiermee op dezelfde lijn geplaatst. Dit zijn echter ingrepen die niet identiek zijn noch dezelfde uitkomst hebben.

 2 - Vele postoperatieve complicaties zoals hemorragieën vergen een onmiddellijk ingrijpen. Transfer naar het centrum zal veel overlijdens veroorzaken en het men neemt een deel van het chirurgisch arsenaal uit de handen van de degelijk opgeleide abdominale chirurg.

3 – De ACS-studie die de verschillen tussen volume van ingrepen en kwaliteit relativeert (zie hierover eerdere berichtgeving in De Specialist), wordt verworpen omdat dit enkel de in-hospitality mortality betreft. “U spreekt over transferts, maar dit lijkt bij in hospitality mortality niet van toepassing. Voor de pancreastumoren was er trouwens in die studie (+/- 15.000 patiënten voor pancreas en +/- 7500 patiënten voor oesophagus) geen significant verschil tussen low volume, medium volume en high volume ziekenhuizen, voor oesophagustumoren was er geen significant verschil tussen medium volume en high volume ziekenhuizen. Waarbij mediumvolume ziekenhuizen mediaan slechts een tiental patiënten behandelden (van 5 tot 19) voor slokdarm.”

4 – Als de chirurgische uitkomst van pancreas en oesophagustumoren wordt gecontroleerd, moet hetzelfde ook gebeuren met controle op niet-chirurgische behandeling van deze tumoren? (zoals radiotherapie en chemotherapie).

5 - De PROCARE studie wordt op de korrel genomen omdat er een bias bestond omtrent de gegevens. “Het was inderdaad een studie waar men op vrijwillige basis aan deelnam”, geeft de beroepsvereniging toe. Maar “dit werd vooral in het Nederlandstalige deel van het land opgevolgd en op een correcte basis. Met als doel uniformiseren en verbeteren van de behandeling van rectale tumoren waar men dan ook is in geslaagd.”

6 – De concentratie van zogenoemde zware pathologie past in het raam van de ziekenhuisnetwerken. De netwerken moeten de kans krijgen om zich te organiseren en op die manier een concentratie creëren van deze pathologie. Met andere woorden men moet bottom-up te werk gaan. Blindelings opleggen van regels door de overheid heeft een averechts effect. Zeker wanneer blijkt dat de experts hiervoor enkel een beperkt aantal universitaire collegae betreft. Niet universitaire collegae werden in extremis (drie dagen voor de vergadering) uitgenodigd op de allerlaatste bijeenkomst.

7 - Meer dan 80% van de chirurgische ingrepen wordt uitgevoerd in een niet-universitaire omgeving. De ziekenhuisnetwerken zijn zeker in staat om een correcte uitwerking van zware pathologie te realiseren (de chirurgische en niet chirurgische zware pathologie).

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.