“Er hadden meer ambulances sneller ter plaatse kunnen zijn.” Daarmee werkte de Brussels staatssecretaris Cécile Jodogne (Défi) zich - niet gehinderd door enige dossierkennis - in het nieuws nog voor de commissie 22/03 startte. Gouverneur De Witte en Erik Engels, het hoofd van de Vlaams-Brabantse 112-centrale, pareerden haar kritiek wél met kennis van zaken.
“Het ging om een uitzonderlijke situatie en de hulpdiensten hebben zeer efficiënt gereageerd”, stak Jodogne toch van wal, “maar we moeten durven toe te geven dat er problemen waren. En dat er meer ambulances sneller ter plaatse hadden kunnen zijn. Ik denk dat de Leuvense hulpcentrale de ernst van de situatie heeft onderschat.”
"Het loopt nooit helemaal feilloos", aldus De Witte voor de commissie. De Witte heeft een rijke ervaring als het op rampenmanagement aankomt. Belangrijk is volgens hem vooral dat plannen klaarliggen en genoeg geoefend is. Dat er aanvankelijk te weinig ambulances naar Brussels Aiport werden gestuurd, ontzenuwde De Witte makkelijk met de opmerking dat "de idee niet is om zoveel mogelijk ambulances ter plaatse te krijgen, wel integendeel. Die kunnen enerzijds de chaos vergroten en anderzijds moet je steeds capaciteit achter de hand houden voor andere interventies - wat ook nodig was door de simultane aanslag in Maalbeek." Hij verwees ook naar minister De Block die Jodogne wel al antwoordde dat er wel degelijk voldoende ambulances ter plaatse waren.
Erik Engels, het hoofd van de Vlaams-Brabantse 112-centrale, reageerde verontwaardigd op de uitspraken van Jodogne. "Haar uitspraken doen pijn", aldus Engels, die wees op de enorme inzet van de hulpverleners "die alles van zichzelf gaven. Ik ben heel trots op alle hulpverleners. Er is geen hulp geweigerd."