"'Methode Vandenbroucke' berust op conflict en wantrouwen" (Irina De Knop)

Vorige week stelde minister Vandenbroucke zijn begroting en zijn beleidsnota voor 2025 voor in de Kamercommissie Gezondheid. Irina De Knop (Open Vld) is streng voor de ‘methode Vandenbroucke’. Dat is er een van conflict en wantrouwen in plaats van samenwerking, vindt ze.

"De minister kiest voor symptoombestrijding in plaats van de oorzaken aan te pakken. Hij ligt op complete ramkoers met de huisartsen en is goed op weg op om iédereen uit de sector tegen zich in het harnas te jagen", luidt de ongezouten kritiek. De Knop ijvert voor een nieuw sociaal contract waarin alle actoren worden samengebracht.

De vergrijzing is volgens haar de komende decennia dé uitdaging voor onze gezondheidszorg. Zowel op vlak van betaalbaarheid als qua model.

40 miljard euro per jaar

We hebben in ons land uitstekende zorgprofessionals en de patiënten kunnen rekenen op zorg van topkwaliteit. “Gezondheidszorg mag wat kosten maar dan moet er ook hervormd worden, net om de uitdagingen van de toekomst te kunnen aanpakken. Met meer van hetzelfde gaan we er niet geraken. Het budget laten blijven stijgen maar daar geen hervormingen tegenover zetten: dat werkt niet", vervolgt ze haar kritiek.

"Vandenbroucke maakt een strijdpunt van de groeinorm maar laat na om met dat gigantische budget te doen wat moet gebeuren. Door gebrek aan inspraak van en overleg met de sector veroorzaakt de minister wrevel en moet hij constant brandjes blussen. Hij blijft hangen in symptoombestrijding maar pakt de oorzaken niet aan.”

Huisarts is dé spilfiguur

 De meest sprekende werf is deze van de “eerste lijn en de invulling van de rol van huisarts en daarop spitst ze haar kritiek toe.

“Vandenbroucke laat na om in te zetten op de eerstelijnszorg. Door die vergrijzing ligt daar nochtans de grootste uitdaging: niet bij de acute zorg maar bij de preventieve, geïntegreerde zorg. Met de huisarts als centrale spilfiguur”, aldus De Knop. "Meer dan ooit moeten we slim beleid voeren waarbij we inzetten op de omslag van een curatieve zorg naar een geïntegreerd zorgbeleid met aandacht voor chronisch zieken."

Laat het nu net die huisartsen zijn waarmee Vandenbroucke constant overhoop ligt. Als bewijs daarvan geeft het kamerlid van Open VLD aan:

  • De telefonische consulten? Afgeschaft.
  • Het huisartsentekort? Wordt niet aangepakt.
  • Vandenbroucke installeert een kliklijn voor werkgevers en stigmatiseert zo een ganse groep. Voor alle duidelijkheid: ook Open Vld is uiteraard tegen misbruik. Artsen die mensen onterecht ‘ziek zetten’, moeten worden bestraft. Maar dat zijn de absolute uitzonderingen. Een kliklijn installeren is vele bruggen te ver.
  • Een ondoordachte overdracht van taken naar de apotheker waardoor voor de patiënt belangrijke controle-momenten bij de huisarts verloren gaan.
  • Taken met betrekking tot de re-integratie van langdurig zieken worden bij de huisarts gelegd, hoewel dit niet past bij de therapeutische relatie met de patiënt en het de mutualiteiten zijn die daarvoor bevoegd zijn.
  • De huisartsen krijgen er nog de taak van de arbeidsartsen en de artsen van de ziekenfondsen bovenop. Ze moeten namelijk zogenaamde Fit-notes opstellen, waarmee ze concreet inschatten welke precieze taken een patiënt al dan niet kan uitvoeren. Dat de huisarts op het ziektebriefje aangeeft wat een patiënt nog kan (vb. telewerk kan nog, geen fysieke arbeid maar wel bureauwerk) kan perfect, maar inschatten wat een patiënt concreet kan op de arbeidsvloer is gewoon onmogelijk gelet op de diversiteit van de arbeidsmarkt. 

Voor haar moet het gebruik van medische technologie in de eerste lijn veel breder worden uitgerold. “Zowel bij huisartsen, apothekers en thuisverpleegkundigen. In de beleidsnota van minister Vandenbroucke zien we daar geen enkele aanzet toe. We pleiten als sinds vorige legislatuur voor point of care testen, testen die kunnen gebeuren naast de patiënt, waar onmiddellijk het resultaat is gekend en de arts, de verpleegkundige en de apotheker onmiddellijk kunnen handelen.”

Artsensyndicaten: chantage

Van een minister die zoveel belang hecht aan sociaal overleg en sociale partners zoals vakbonden is het verrassend om te zien hoe hij omgaat met de erkende artsensyndicaten. De financiering daarvan wil hij koppelen aan het percentage van artsen-leden die geconventioneerd zijn en dus de tarieven van de overheid volgen. “Vanuit de sector kwam het etiket ‘Trumpiaans’ omdat hij zo kritische instellingen onder druk wil zetten. Nu gaat het over de artsen maar eens de smaak te pakken, zouden andere zorgberoepen zomaar kunnen volgen”, waarschuwt De Knop.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.