De palliatieve zorgvoorzieningen in Vlaanderen behalen op een groot aantal indicatoren een goede score. Voor een aantal aspecten van palliatieve zorg lijkt er globaal nog ruimte voor verbetering. Dat blijkt uit een wetenschappelijk onderzoeksproject van de End-of-Life Care Research Group van de VUB en de UGent.
In het kader van het onderzoeksproject hebben 30 procent van de palliatieve zorgvoorzieningen in Vlaanderen aan de hand van kwaliteitsindicatoren gedurende 2 jaar de kwaliteit van hun zorg gemeten en geëvalueerd. Tijdens een congres in het Vlaams Parlement werden woensdag de resultaten besproken.
Uit het onderzoek bleek dat de zorgvoorzieningen op veel vlakken goed scoren. "Bij 93 procent van de patiënten in begeleiding in het ziekenhuis wordt regelmatig gepeild naar hoe ze zich voelen", zegt dokter Kathleen Leemans. "Liefst 93 procent van de patiënten op de palliatieve eenheid in het ziekenhuis geven aan dat ze duidelijke en niet tegenstrijdige informatie krijgen. Bij 95 procent van de patiënten in de thuiszorg is er regelmatig een gesprek met de familie over de doelen van de zorg."
Voor andere aspecten van palliatieve zorg lijkt er globaal nog ruimte voor verbetering, benadrukt dokter Joachim Cohen. "Zo werd de algemene symptoomlast maar bij 43 procent van de patiënten in begeleiding door het palliatief support team gemeten met een gevalideerde schaal. De meeste teams doen wel meting van symptoomlast, maar meestal zonder gebruik te maken van zulke schaal."
"De palliatieve sector wil graag verder werken aan kwaliteitsverbetering, op voorwaarde dat ze steun en ruimte krijgen om met kwaliteitsverbetering bezig te zijn", aldus Cohen.
Volgens Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) moet Vlaanderen streven naar een blijvende monitoring van kwaliteit van zorg voor patiënten die palliatieve zorg krijgen. "Het meten van kwaliteit moet wel haalbaar blijven voor de palliatieve teams en de resultaten moeten gebruikt worden waarvoor ze dienen, namelijk om de zorg te verbeteren voor patiënten en hun familie", aldus Vandeurzen.