Waarom werpt Riziv deconventiehindernissen op? (Bvas)

Een dossier dat VAS/Bvas al ruim een jaar geleden aankaartte in verband met (vooral) jonge artsen die uit het tweejarig akkoord 2022-2023 wilden stappen, raakt maar niet opgelost. Gaat het om een bewuste politiek om (gedeeltelijke) deconventie te ontmoedigen? Dan leidt dat mogelijk tot verstrekkende gevolgen voor jonge artsen.

We spoelen even terug in de tijd, meer bepaald naar 14 februari 2022. Op dat moment richt Bvas een brief naar medicomutvoorzitter De Cock met als onderwerp: “Deconventie na 1 jaar bij tweejaarlijks akkoord.” Blijkbaar loopt dat niet van een leien dakje en volgens Bvas belangt die problematiek alle artsen aan, maar in het bijzonder de artsen in opleiding die in 2022 of 2023 hun stage beëindigden en als erkend arts hun praktijk startten.

Beperkt

Bij de vorige akkoorden artsen-ziekenfondsen met een looptijd van twee jaar werd de mogelijkheid gegeven om zich te deconventioneren voor het tweede jaar van het dan geldend akkoord. Maar in het akkoord 2022-2023 is die deconventiemogelijkheid aanzienlijk beperkt  (punt 8.2.6 van het akkoord). Het kan blijkbaar alleen als er eenzijdige maatregelen in het geding zijn die de honoraria beperken of maatregelen die eenzijdig en zonder overleg met de partijen tot stand kwamen. Het syndicaat had het jaar voordien al gesignaleerd dat dit het nagenoeg onmogelijk maakte voor artsen om zich te deconventioneren vanaf 1 januari 2023. 

Vooral voor artsen in opleiding die in 2022 of 2023 hun stage zouden beëindigen, kon dat problematisch zijn. Ze stonden immers voor een dilemma: 

·      ofwel voor twee jaar geconventioneerd blijven met behoud van sociaal statuut voor die tijd; 

·      ofwel deconventioneren voor de volledige duur van het akkoord 2022-2023.

Verlies sociaal statuut

In dat laatste geval rekenden ze tijdens hun stage enkel conventietarieven aan en konden ze, eenmaal erkend als arts, vrije honoraria hanteren. Met het volgende addertje onder het gras dan wel: aso’s en haio’s verloren hun recht op het sociaal statuut voor de volledige twee jaar want ze waren niet geconventioneerd gedurende de hele duurtijd van het akkoord.

Bij uitbreiding geldt deze onzekere situatie om tussentijds te deconventioneren overigens ook voor alle andere artsen die van associatie veranderen, artsen die met pensioen gaan of hun activiteit afbouwen, ….

‘Vergeten’

Hoe zou het Riziv dat oplossen? Het laconieke antwoord van de leidend Riziv-ambtenaar destijds liet niet lang op zich wachten: hij gaf aan dat de opzegclausule bij tweejarige akkoorden in het recentste akkoord 2022-2023 ‘vergeten’ werd.

Dat deed Bvas-voorzitter Johan Blanckaert in maart van dit jaar in de pen klimmen, met weer een brief naar medicomut-voorzitter Jo De Cock. Dr. Blanckaert beklemtoonde de keuzevrijheid van de conventiestatus en elektronische notificatie van deze status. Verder wees hij op heel wat praktische en procedurele hindernissen om het akkoord op te zeggen. “Er kan vanzelfsprekend geargumenteerd worden dat deze conventiestatus te allen tijde  gecontroleerd kan worden maar dit zijn jonge mensen die hun leven/uitoefening van hun beroep nog moeten aanvatten en totaal nog niet goed op de hoogte zijn van de administratie die op hun afkomt.” 

Erger is nog dat dit een weerslag kan hebben op het werk: “Indien men in de looptijd van het akkoord gesolliciteerd heeft bij een pool van artsen en in de onwetendheid verkeert van de correcte conventiestatus, zorgt dit vanzelfsprekend voor grote problemen met het in vraag stellen van de werkgelegenheid binnen de pool.”

Ruimere keuzevrijheid opzegging

Bvas dringt er daarom op aan om voor de ASO’s (en haio’s) een procedure uit te werken met ruimere keuzevrijheid van hun statuut en dit gedurende het volledige laatste jaar van hun stage. Dat naast een beveiligd en transparant registratiesysteem waarbij er een notificatie gestuurd wordt aan alle artsen bij het registreren van de deconventie.

“Tot slot is het niet meer dan logisch dat men een bezwaar kan indienen bij dergelijke zwaarwichtige situaties.”

Dat men bovendien moeilijk doet om het statuut van volledig geconventioneerde arts te wijzigen naar gedeeltelijk geconventioneerd, kan Bvas ook niet plaatsen: “We stellen vast dat deze wijziging in het verleden steeds werd aanvaard.”

Op dit moment heeft Bvas weet van minstens een aantal ASO’s die zo in een moeilijk parket zitten, en dus vraagt het syndicaat een snelle afhandeling van dit dossier.

> Medische verkiezingen: groot debat live op het web!

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.