Het Zorgcentrum na Seksueel Geweld in West-Vlaanderen is sinds zes maanden operationeel en in die periode hebben zich er al 191 slachtoffers aangemeld. Dat komt neer op ongeveer een slachtoffer per dag. Het grootste deel van de meldingen komt van vrouwen, dixit minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). De cijfers liggen een pak hoger dan verwacht.
In de strijd tegen seksueel geweld worden Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) opgericht. De centra zorgen voor medische hulp, psychologische begeleiding en indien het slachtoffer dit wenst ook sporenafname en/of politionele aangifte.
In Roeselare ging zes maanden geleden een nieuw ZSG open. Sindsdien zijn er in totaal 191 aanmeldingen geweest van slachtoffers. Daarvan is 93 procent een vrouw en 36 procent minderjarig. In 70 procent van gevallen ging het om verkrachting, bij 30 procent om aanranding. "Het aantal aanmeldingen ligt veel hoger dan de verwachtingen en illustreert des te meer dat seksueel geweld een groot en onderbelicht maatschappelijk probleem is. Vrouwen en meisjes worden buitensporig vaak het slachtoffer van verkrachting en aanranding", zegt Van Quickenborne.
"Achter de statistieken gaan vreselijke drama's en trauma's schuil", aldus de minister. "Bovendien zijn er ongetwijfeld nog heel wat slachtoffers die nog niet weten waar ze hulp kunnen vinden. De eerste cijfers van het Zorgcentrum na Seksueel Geweld in Roeselare zijn een hoopgevende indicatie dat meer slachtoffers de weg beginnen te vinden naar professionele hulpverlening. Ook het hoge percentage sporenafnames betekent een grotere kans op een sluitende bewijslast en meer veroordelingen. Sinds 1 juni is bovendien het nieuw seksueel strafrecht in werking, met zwaardere straffen voor verkrachting en aanranding."