Het jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing toont aan dat de uitdagingen "gigantisch groot" blijven. Dat zegt staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open VLD) in een reactie. De "houdbaarheid van het systeem moet centraal staan" bij de hervorming van het pensioensysteem, zegt ze. De federale regering probeert vanavond opnieuw een vergelijk te vinden in dat heikele dossier.

De Vergrijzingscommissie stelde vanmorgen haar 21ste jaarverslag voor in de kantoren van het Planbureau in Brussel. De cijfers zijn vergelijkbaar met de inschatting van vorig jaar: tegen 2070 bedragen de sociale uitgaven 29,5 procent van het bruto binnenlands product terwijl dat in 2019 24,5 procent was, wat neerkomt op een vergrijzingskost van 5 procentpunt.

Dat maakt de situatie er niet minder nijpend op, waarschuwde voorzitter Johan Van Gompel, die de regering via de aanwezige minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) opriep tot activeringsbeleid en een pensioenhervorming. 

Over dat laatste dossier zit de regering al weken samen, vooralsnog zonder resultaat. Voor staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open VLD) mag het echter meer zijn. "De omvang van de uitdaging betekent dat er meerdere en opeenvolgende hervormingen van de pensioenen nodig zullen zijn om de houdbaarheid te garanderen", zegt ze in een reactie. 

De houdbaarheid van het systeem moet daarbij centraal staan, zegt ze. "Als we mensen, die heel hun leven gewerkt hebben of nog een heel leven gaan moeten werken, een pensioen beloven, dan zijn we het hen verschuldigd om ook te zeggen hoe we dat gaan betalen." 

De Bleeker legt daarom ook opnieuw een diepgaande hervorming van de arbeidsmarkt op tafel, zodat de werkzaamheidsgraad tegen 2030 de 80 procent kan bereiken zoals het regeerakkoord vooropstelt. De regering zit momenteel nog niet op dat traject: tegen 2030 bereikt de werkgelegenheidsgraad bij onveranderd beleid net geen 75 procent, berekende de Vergrijzingscommissie. 

Lalieux benadrukte eerder al dat de pensioenen geen budgettaire variabele zijn. Er zullen nu eenmaal meer ouderen zijn en dus neemt de kost van de pensioenen en de gezondheidszorg hoe dan ook toe, is de redenering. 

Het kernkabinet zit vanavond opnieuw samen over het dossier. Lalieux beaamt dat het nog altijd de bedoeling is om voor 21 juli te landen, al wil de regering wel "met sérieux" werken en niet zomaar een akkoord neerkrabbelen, zei ze.