Als deel van een anti-fraude actieplan en om te garanderen dat de consument steeds elektronisch kan betalen, voerde de FOD Economie een nieuwe verplichting in voor bedrijven: ten minste één elektronische betaalmethode ter beschikking stellen van de consumenten. Dat vanaf 1 juli 2022 op straffe van mogelijk ferme boetes.

Deze verplichting is ingevoerd bij de artikelen 17 tot en met 20 van de wet van 17 maart 2022 over diverse fiscale bepalingen en de fraudebestrijding, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 maart 2022.

Ter informatie: de begrippen "bedrijf" en "consument" worden als volgt gedefinieerd:
Onderneming: een van de volgende organisaties:
(a) iedere natuurlijke persoon die als zelfstandige een beroepsactiviteit uitoefent
(b) elke rechtspersoon;
(c) elke andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid.
[...] ;
Consument : iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die geen verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit.

Cash niet weigeren

Een toelichting van het Riziv (Dienst voor geneeskundige verzorging) zegt verder: "Deze verplichting om een elektronisch betaalmiddel aan te bieden, staat bedrijven niet toe contante betalingen te weigeren, d.w.z. betalingen met euromunten en -biljetten. Contante betalingen moeten altijd door het bedrijf worden aanvaard.
Een voorbeeld van een elektronische betalingsmethode is de terbeschikkingstelling van een (debet- en/of krediet-) betaalkaartterminal, smartphonetoepassingen,
de mogelijkheid om per bankoverschrijving te betalen, enz. Dit begrip is opzettelijk ruim opgevat om
Dit begrip is opzettelijk ruim gehouden om te kunnen worden aangepast aan de technologische ontwikkelingen op het gebied van betalingen.
[...]
Een onderneming is "iedere natuurlijke of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, met inbegrip van haar verenigingen".
[...]
Deze definitie omvat dus zowel verenigingen als vrije en intellectuele beroepen.
[...]

Sancties
Het is de begunstigde verboden om de betaler kosten aan te rekenen voor het gebruik van een bepaald betaalinstrument en voor betalingsdiensten waarop de Verordening (EU) nr. 260/2012 van toepassing is, zegt het Wetboek Economisch Recht ook nog. Dat houdt in dat de onderneming geen vergoedingen zal kunnen vragen aan consumenten bij gebruik van een elektronisch betaalmiddel".
De volledige parlementaire stukken over deze wet zijn te vinden op de website van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers (dekamer.be).

"Overtredingen van de bepalingen van deze code worden bestraft met een niveau van 2 tot 6. Ter illustratie: niveau 2 gaat van 26 tot 10.000 euro.