Volgens de christelijke vakbond ACV beschikken verschillende Vlaamse woonzorgcentra nog over voorraden van chirurgische mondmaskers die voorlopig niet gebruikt worden terwijl het personeel er moet werken met stoffen of helemaal geen mondmaskers. Het zou gaan om tienduizenden exemplaren. Het Agentschap Zorg en Gezondheid stelt dat chirurgische mondmaskers alleen in bepaalde omstandigheden moeten worden gedragen, zoals bij (vermoedelijk) besmette bewoners of door personeel dat terugkeert uit ziekte.
ACV eist dat iedereen die in de zorgsector werkt, dus ook medewerkers van woonzorgcentra, gehandicapteninstellingen, thuiszorg en instellingen bijzondere jeugdzorg, moet beschikken over gepaste beschermingsmiddelen tegen het coronavirus. De vakbond noemt het "onbegrijpelijk" dat er na de lockdown van woonzorgcentra niet meteen een verplichting is opgelegd om ook elk personeelslid dat met bewoners in contact komt uit te rusten met een chirurgisch mondmasker.
"Al helemaal niet te begrijpen is dat er instellingen zijn waar ze wel over voldoende beschermingsmateriaal beschikken, maar ze weigeren om het aan het personeel over te maken", zegt Jan Mortier, coördinator van de openbare zorgsector bij ACV Openbare Diensten. "Zo blijven tienduizenden mondmaskers achter slot en grendel en loopt het personeel in de woonzorgcentra rond met stoffen mondmaskers of zelfs totaal onbeschermd."
Het zou onder meer gaan om woonzorgcentra waar officieel nog geen besmettingen zijn vastgesteld. Het Agentschap Zorg en Gezondheid bevestigt maandag in een reactie dat de richtlijn is om personeel van woonzorgcentra alleen in bepaalde omstandigheden met mondmaskers uit te rusten. "Dat is deels ingegeven vanuit de schaarste die er heerst", zegt woordvoerder Joris Moonens. "We weten momenteel ook niet hoe de bevoorrading de komende tijd zal evolueren." Het systematisch testen in woonzorgcentra zou de onduidelijkheid rond besmettingen wel deels moeten wegwerken, klinkt het.