De rel over de vier professoren huisartsgeneeskunde die zich radicaal afzetten tegen de betaling per prestatie zinderde donderdag nog na in de Kamer. Minister Vandenbroucke reageerde perplex op het verwijt dat hij wil evolueren naar een staatsgeneeskunde.
De rel ontstond toen vier professoren huisartsgeneeskunde een vrije tribune publiceerden met als titel “De perverse effecten van betaling per prestatie in de gezondheidszorg”. Ze reageerden op een stagiaire geneeskunde die het overlijden van een kwetsbare 95-jarige man na een heupoperatie toeschreef aan het prestatiegericht verloningssysteem van de artsen. Het pleidooi van de huisartsenproffen voor een meer forfaitair betalingssysteem dat daarop volgde, lokte een stroom van verontwaardigde reacties uit.
Die hetze inspireerde Irina De Knop (Open Vld) om in de Kamer Frank Vandenbroucke te kapittelen over wat ze omschreef als “de omvorming van huisartsgeneeskunde tot staatsgeneeskunde”. De Knop stak uitvoerig de loftrompet over de huisartsen die als vrije beroepers door het vuur gaan voor hun patiënten. “De vrijheid om de beste zorg aan te bieden zit ingebakken in het DNA van onze huisartsen,” zei ze.
“Huisartsen zijn niet de profiteurs waar u naar op zoek bent,” wierp ze Vandenbroucke voor de voeten. “Dit zijn niet de mensen die zorgen voor overconsumptie. Maar wat lezen en zien we nu al de hele week? U jaagt deze mensen tegen u in het harnas. Uw remedie is dat u wil evolueren naar een soort staatsgeneeskunde en dat is contraproductief. Na de teleconsultaties is dit werkelijk ‘a bridge too far’ U moet snel rust brengen in de sector.”
Totaal versleten en puur ideologisch
In zijn repliek zei Vandenbroucke dat hij perplex stond van haar vraag. “Ik begrijp niet goed wat ik ondernomen zou hebben om plots staatsgeneeskunde te organiseren. U ziet echt wel spoken.” Maar dan ging hij in op de jonge stagiaire en haar bedenkingen over de verloning van artsen. “Het waren goede vragen van een arts in opleiding. In plaats van te zeggen dat dit een interessant debat is, krijgt men dan de totaal versleten en puur ideologische reactie van sommigen over staatsgeneeskunde.”
“U sprak over vrijheid,” kaatste hij de bal terug naar de liberale politica. “Geeft dat klassieke nomenclatuursysteem, waarbij de arts bij het handje wordt gehouden en precies moet doen wat in de nomenclatuur voorzien wordt, zoveel vrijheid?”
Het was een retorische vraag waarmee de minister duidelijk zijn punt wilde maken: “Een forfaitair complement, een forfaitaire betaling, geeft meer vrijheid aan de arts om zijn ondernemerschap in zijn vrij beroep te organiseren dan die klassieke betaling met die duizenden gedetailleerde nummertjes die precieze instructies zijn over wat men moet doen.”
Egelstellingen verlaten
De conclusie voor Vandenbroucke? Dat het debat helemaal niet gaat over vrijheid en ondernemerschap maar over de beste manier om gezondheidszorg voor iedereen te financieren. Hij sloot af met een oproep om de ideologische egelstellingen te verlaten.
Lees ook: Vier professoren huisartsgeneeskunde nemen stelling tegen prestatiegeneeskunde
> Klik hier voor het fragment in de Kamer (video)
Laatste reacties
Christophe Breusegem
01 april 2025bepaalt ;-)
Christophe Breusegem
01 april 2025Ik en anderen zijn het niet eens met de titel van dit artikel
Een forfaitaire betaling van de arts geeft totaal GEEN vrijheid!
Een vaste prijs / forfait waarin vereisten vervat zitten volgens de Overheid.
In dat forfait zit dan wellicht vanalles: gebruik van lokalen, toestellen, personeel, poetsdienst, telefonie, informatica, beveiliging, wetenschappelijke bijscholing, verzekeringen, ….
Gegarandeerd een lage prijs als de Overheid deze bepaald, met talrijke vereisten….
Als men extra service of nieuw toestel/ nieuwe duurdere betere technologie wenst aan te bieden aan de patiënt:
Dit zal buiten het forfait moeten… tenzij je het als arts uit eigen zak betaald.
Forfait is juist géén vrijheid…. Is vast
Er moet vrijheid van tarifiëring zijn alsook van organisatie.
Dán pas hebben zorgverleners vrijheid.
Weliswaar mét verantwoordelijkheid.
Want vrijheid is niet absoluut
En daar is een taak van de Overheid: toezien op de zorgkwaliteit en de besteding van de middelen. ( En natuurlijk verwachten we dat de Overheid duidelijke klare regels of criteria opstelt)
Guy STORME
01 april 2025De artsen en prestaties worden door het RIZIV terugbetaald. Het Riziv wordt met belastingsgeld gefinancierd en dus door de staat.
Willen of niet zijn artsen onrechtstreeks straatsambtenaren.
Anderzijds moet het Riziv ook de kostenbaten analyse opvolgen zoals het KCE die publiceert, maar dit wordt niet steeds toegepast ondanks er nu nog veel onnodig geld en ongerustheid bij de bevolking kan weggewerkt worden.