De coronapandemie had een duidelijke impact op het aantal mammografieën dat in 2020 werd uitgevoerd. Dat blijkt uit cijfers die minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) gaf in antwoord op een schriftelijke vraag.

Zowel de Belgische als de Europese overheden raden vrouwen tussen 50 en 69 jaar met een normaal risico aan om tweejaarlijks een borstkankeronderzoek te laten uitvoeren. Dat de covid-19-pandemie een negatieve invloed zou hebben op het aantal (preventieve) mammografieën stond in de sterren geschreven. Zeker tijdens de eerste coronagolf was het schier onmogelijk om het onderzoek uit te laten voeren. De vrees dat het aantal mammografieën lager zou liggen, wordt bevestigd in de cijfers die minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) onlangs gaf in antwoord op een schriftelijke vraag.

In 2018 en 2019 overschreed het aantal mammografieën (nomenclatuurnummers 450096-450100, 450192-450203, 450214-450225, 450354-450365 en 461090-461101) in de leeftijdsgroep van 50 tot 69 jaar telkens net de kaap van het miljoen met respectievelijk 1.008.169 en 1.007.209 mammografieën. In 2020 viel het aantal terug tot 867.227 mammografieën. In Vlaanderen worden telkens beduidend meer mammografieën uitgevoerd dan in Brussel en Wallonië (grafiek 1). Des te opmerkelijker is de regionale spreiding van het aantal mammografieën bij vrouwen jonger dan 50 jaar en ouder dan 69 jaar, dus de leeftijdscategorieën die buiten de groep vallen waar een preventieve screening aangeraden wordt. Bij de vrouwen jonger dan 50 jaar spant Wallonië de kroon (grafiek 2) en bij de vrouwen ouder dan 69 jaar zit het zuiden van het land Vlaanderen op de hielen (grafiek 3).

Grafiek 1: Mammografieën in de leeftijdscategorie tussen 50 en 69 jaar, opgesplitst per gewest.

Grafiek 2: Mammografieën bij vrouwen jonger dan 50 jaar, opgesplitst per gewest.

Grafiek 3: Mammografieën bij vrouwen ouder dan 69 jaar, opgesplitst per gewest.