Vlaams Volksgezondheidsminister Gezin Hilde Crevits (cd&v) schaart zich achter het voorstel om de verkoop van lachgas voor oneigenlijk gebruik te verbieden. Dat antwoordde ze in de commissie Welzijn en Volksgezondheid van het Vlaams Parlement op een vraag van Koen Daniels (N-VA). Onlangs pleitte Vias voor een verbod naar Nederlands voorbeeld. Bij de noorderburen wordt het verbod op 1 januari 2023 van kracht.
Uit een bevraging van het onafhankelijk kennisinstituut Vias blijkt dat 8% van de Belgische bestuurders minstens één keer per maand met de wagen rijdt na het gebruik van lachgas. Vooral bij de 18- tot 34-jarigen neemt de trend toe.
Minister Crevits zei de cijfers verontrustend te vinden, maar wees erop dat de cijfers voor Vlaanderen momenteel vrij schaars zijn en ze voorzichtig is met de interpretatie ervan.
Het Vlaams expertisecentrum voor alcohol, illegale drugs, psychoactieve medicatie, gokken en gamen (VAD) heeft de voorbije maanden wel een kleinschalige bevraging gedaan bij jeugd-, straathoek- en eerstelijnswerkers. Daaruit bleek dat lachgas bij kwetsbare jongeren, vaak met een migratieachtergrond, wel degelijk aanwezig is, vooral bij jongens tussen 15 en 19 jaar. Ruim een derde van de respondenten ervaart bovendien een stijging van het lachgasgebruik en een verschuiving naar grotere hoeveelheden in plaats van de kleine capsules, wat leidt tot gebruik in grotere en risicovollere dosissen. Handelaars die lachgas verkopen zeggen dat ze hierrond minder problemen ervaren.
Om verkeersongevallen door lachgas te voorkomen, lijkt een verbod zoals de ministers van Verkeer bespreken een pragmatische stap. Zowel Vlaams minister Hilde Crevits als haar federale collega Frank Vandenbroucke zijn beide voorstander van een verbod als het gaat over het oneigenlijk gebruik van lachgas.
Aangezien lachgas door tandartsen en door artsen op spoedgevallen wordt gebruikt ten bate van patiënten zijn er analyses van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) nodig over hoe je een verbod best inricht. In Nederland heeft de Raad van State zich namelijk kritisch uitgelaten over een algemeen verbod.
