Landen met een slechte voedingssituatie hebben hogere covid-19-sterftecijfers. Dat blijkt uit een mondiale analyse van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen. Vooral landen in sub-Saharaans Afrika kampen met een hoge ziektelast door malnutritie én hoge sterftecijfers door covid-19.
Slechte voeding zorgt voor een verminderde afweer, wat de vatbaarheid voor infecties vergroot. "We gaan ervan uit dat er een verband bestaat tussen slechte voeding en covid-19 maar er is nog meer onderzoek nodig", zegt dr. José L. Peñalvo van het ITG.
Met collega-onderzoeker dr. Elly Mertens identificeerde hij landen met een slechte voedingssituatie, om het verband met covid-19-sterfte te leggen. "We identificeerden de landen met een slechte voedingssituatie op basis van vier indicatoren: sterftecijfers voor groeistoornissen bij kinderen zoals vertraagde lengtegroei en een te laag lichaamsgewicht voor de lengte, jaren geleefd met een handicap als gevolg van overgewicht en ijzer- en vitamine A-tekorten. Vervolgens vergeleken we deze gegevens uit 172 landen met het aantal sterfgevallen als gevolg van covid-19", zegt Mertens.
Uit de analyse blijkt dat er wel degelijk een verband is tussen slechte voeding en sterfte door covid-19. "Landen die hoog scoren op minstens drie indicatoren voor slechte voeding hebben hogere covid-19-sterftecijfers. Dit geldt vooral voor Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara zoals Angola, Burkina Faso, Tsjaad, Liberia, Mali, Niger, Sudan en Tanzania, maar ook Jemen en Guyana zijn kwetsbaar", vervolgt Peñalvo. "Voedselveiligheid, goede voeding en sociale bescherming zouden een prioriteit moeten zijn voor campagnes tegen covid-19 in deze landen."