De federale regering is het eens over maatregelen om een zelfstandige die wegens ziekte arbeidsongeschikt is, samen met het ziekenfonds te helpen weer aan de slag te gaan. De ministerraad heeft het licht op groen gezet voor een wetsontwerp over de invoering van Terug naar Werk-trajecten voor zelfstandigen. Dat bevat ook een luik financiële responsabilisering.
Het aantal arbeidsongeschikte zelfstandigen is op twintig jaar tijd met 78,9 procent toegenomen: van 16.155 zelfstandigen in 2000 naar 28.913 eind 2020. Herstel en genezing blijven op de eerste plaats komen, luidt het vrijdag in een mededeling van minister van Zelfstandigen David Clarinval (MR), maar zelfstandigen die terug aan de slag willen en kunnen, krijgen de kans de draad weer op te pikken.
Net als binnen het stelsel van werknemers, zal de zelfstandige na tien weken arbeidsongeschiktheid een vragenlijst ontvangen die zijn ziekenfonds moet invullen. Daarin moet hij zijn gezondheidstoestand beoordelen, net als zijn vermogen om weer aan het werk te gaan. Op basis daarvan zal de adviserend arts van het ziekenfonds een specifieke quick scan uitvoeren om het "werkpotentieel" van de arbeidsongeschikte zelfstandige in te schatten.
Er bestaan vier categorieën. Zelfstandigen voor wie een werkhervatting mogelijk lijkt na een of meerdere aanpassings- en/of begeleidingsacties, worden binnen de maand door een Terug naar Werk-coördinator gecontacteerd voor een eerste gesprek. Doel is duidelijk te maken dat de coördinator het traject mee opvolgt en ook geregeld contact zal hebben in functie van de voortgang, samen te bekijken wat een mogelijke eerste stap in het traject is en helpen die eerste stap voor te bereiden.
Er zit ook een luik financiële responsabilisering aan gekoppeld, zoals bij de werknemers. Dat geldt wanneer een zelfstandige zonder voorafgaande rechtvaardiging niet komt opdagen voor het medisch onderzoek of het eerste contactmoment. Onder welke voorwaarde die sanctie zal gelden en hoe hoog die zal zijn, zal nog worden bepaald in een binnen de ministerraad overlegd besluit. Ze mag sowieso niet hoger liggen dan 2,5 procent van de dagvergoeding.