Geen grote verrassing bij de (de)conventiecijfers: een grote meerderheid (87,52%) van de Belgische artsen houdt zich aan het nieuwste tariefakkoord 2022-2023, zeggen Riziv-cijfers. De cijfers zijn zo goed als stabiel in vergelijking met het vorige akkoord (86,45%).

Artsen hadden tot 10 maart de tijd om zich deels of volledig te deconventioneren. In Vlaanderen heeft 13,78 procent zich gedeconventioneerd, wat in lijn met Brussel (13,76 pct) is. In Wallonië ligt het aantal aantal deconventies lager. Net iets minder dan één op de tien (9,73 pct) artsen heeft zich er teruggetrokken uit het tariefakkoord.

De huidige indexproblemen die meer en meer de kop opsteken door de stijgende inflatie (en de ondergewaardeerde indexaanpassing bij de artsen - tussen 0,79 en 0,73%) hadden dus nog niet echt een invloed. Gedeconventioneerde artsen kunnen immers vrij hun tarieven aanpassen, geconventioneerde niet.

In Vlaanderen zitten alle categorieën van huisartsen (000 en 009; 001-002 en 003-004-007-008) ruim boven de 90% aanhangers van het akkoord.

Typisch is wel dat de deconventionering een pak hoger ligt bij plastisch chirurgen (49,08%), bij de oogartsen (57,3%) en de dermatologen (64,44%). Dat voor de percentages op Belgisch vlak. Vlaams scoren ook de gynaecologen boven de 50% deconventies en liggen de percentages deconventionerende specialisten sowieso iets hoger.

> Vind alle cijfers per arrondissement en per specialiteit.