Bedenkingen van een stuurman aan wal (Cor Bellanger)

De beste stuurlui staan aan wal is een bekend gezegde. Er is een grond van waarheid omdat die persoon aan wal niet direct betrokken is en daardoor onder minder stress staat (en vaak ook post-factum commentaar spuit). Anderzijds beschikt men aan de wal niet over alle “confounding factors” waar men zich aan boord wel doorheen moet worstelen waardoor een vertekend beeld kan ontstaan. Net zoals de ervaringen in de machinekamer niet dezelfde is als op de brug.  
Een goede analyse vraagt ook enig terugzicht. Men moet afstand kunnen nemen van het incident en alle aspecten kunnen toetsen aan feiten die pas na enige tijd duidelijker boven water komen. Daarom ook dat wat sommigen vlotweg “fouten” noemen, slechts normale beslissingen zijn op basis van de toen beperkt beschikbare informatie. Onderstaande bedenkingen kunnen slechts een tip van de sluier opheffen en aanzetten tot eigen bedenkingen op basis van zelf verzamelde informatie.

Deze tekst werd dus geschreven met de expliciete bedoeling andere visies en reacties uit te lokken zodat we uiteindelijk deze pandemie uit alle hoeken belicht krijgen en wijze lessen kunnen trekken als voorbereiding voor een toekomstig incident. Alhoewel we in dit land de gewoonte hebben lessen te leren, maar ze zelden toe te passen.

Voorspel

“Waren we voldoende voorbereid? “ is een vraag die journalisten uitentreuren blijven herhalen. Jammer genoeg met in hun achterhoofd “neen, want het incident is toch gebeurd en er zijn slachtoffers”. Zelden wordt er op gewezen dat een goede voorbereiding zelden een incident volledig kan voorkomen en slechts het aantal slachtoffers en de andere gevolgen kan beperken. In militair milieu zegt men dat een plan slechts meegaat tot het eerste contact met de vijand en dat er vanaf dan continu moet bijgestuurd worden.

Bij Covid-19 speelt bovendien de factor “black Swan” een hoofdrol: een nieuwe dreiging waarvan de eigenschappen en de aanpak grotendeels onbekend waren of onbetrouwbaar. Wanneer weinig info beschikbaar is en het leerproces traag, dient men kort op de bal te spelen en met een grote mate van onzekerheid, snel mogelijke tegenzetten uitdenken. Vandaar dat een goede voorbereiding, een goed plan zo generisch mogelijk moet zijn: zo algemeen mogelijk om het bij een zo breed mogelijk spectrum aan incidenten te kunnen inzetten. Bij toepassing van dat plan is er evenwel nood aan continue input van recente concrete gegevens onmiddellijk gevolgd door hun analyse door bedreven mensen. Maar er is evenzeer nood  aan lijnmanagers en uitvoerders die de ontvangen directieven kunnen toepassen in functie van de lokale situatie die hen veel beter bekend is. De aanpak in een stad is bijvoorbeeld anders dan in een landelijk dorp.

Was er enige voorbereiding op het vlak van Volksgezondheid ? Naar mijn bescheiden oordeel wel : onder de huidige minister werd de ziekenhuisnoodplanning grondig onder handen genomen, onder andere voor incidenten met gevaarlijke stoffen en werd ook werk gemaakt van een therapeutische doctrine hiervoor. Weze het dat de aanleiding voornamelijk in de terroristische hoek lag.
Die voorbereidingen dienden niet van scratch te beginnen: een basis werd gelegd na 9/11 ( 2001!!) toen men zich zorgen maakte over een antrax- en een pokkendreiging. Toen later vogelgriep, hemorrhagische koorts en Sars opdoken, werden die plannen telkens opgediept, uitgebreid en aangepast door mensen die zich al jaren met dergelijke ziekten bezighielden. Sommige interessante pistes, waaronder  een aanpassing van het militair hospitaal, liepen om politieke en financiële redenen mis, maar de interesse was er.

Aanpak van de huidige crisis

Persoonlijk heb ik een overwegend positief beeld  van de aanpak. Was dit twintig jaar geleden gebeurd, dan pas hadden we een drama beleefd. Vandaag is zelfs de bevolking overtuigd van het nut van rampengeneeskunde en rampenmanagement waardoor minder sympathieke maatregelen toch door de meerderheid aanvaard worden, ja zelfs verwacht.
Mijn grootste verrassing betreft de houding van het medisch korps en zelfs de politici; namelijk het ontbreken van een massa  criticasters vanaf het eerste uur, dit in tegenstelling tot de houding 20 jaar geleden. Slechts enkelen voelden zich geroepen om het beleid af te keuren en hun eigen grote gelijk uit te schreeuwen (en kregen daar ook een forum voor). Het grote principe in de rampenwerking is immers dat een slechte leider nog steeds beter is dan geen leider. Of waren ze gewoon bang om hun eigen vingers te verbranden en wachtten ze op een beter moment? Geen idee, maar nu de zaak wat onder controle komt, duiken er toch weer enkele roepers om aandacht op.

De interviews van de vakmensen tijdens de nieuwsuitzendingen lijken me goed georganiseerd : een vaste ploeg uit verschillende instellingen die afwisselend op de verschillende zenders aan het woord komen met een gelijkluidende verstaanbare boodschap, dat schept vertrouwen en bevordert op die wijze het navolgen van de richtlijnen. Eigenaardig genoeg kan dit niet gezegd worden over de communicatie uit politieke hoek. Eigenaardig, inderdaad want uiteindelijk is het verkopen van een boodschap hun corebusiness. Niet gestructureerd, onaangepast taalgebruik, onverklaarde terugtrekking van beslissingen, het heeft zeker geen vertrouwenwekkende indruk nagelaten bij de bevolking, noch bij wie de richtlijnen moest uitvoeren. Een echte leider waar iedereen zich achter kon scharen, heb ik niet gezien. Ook al namen sommigen in hun vakgebied goed doordachte beslissingen (Ik noem hier geen namen; ik wil hier geen partijpolitieke hetze ontketenen).

Ook op managementvlak liep het niet erg vlot. Men gaf de indruk dat in de regering iedereen een vinger in de pap moest hebben, terwijl het toch een evidentie is dat in moeilijke omstandigheden het schip één kapitein nodig heeft die het roer in handen moet kunnen en willen nemen. Dit geldt niet alleen in de scheepvaart, maar ook in de luchtvaart huldigt men dat principe al lang (denk maar aan de noodlanding op de Hudson, waar het duidelijk de autoriteit en beslissingskracht van de gezagvoerder was die zijn passagiers redde).
In militair milieu noemt men deze aanpak “stafwerk”: de baas legt het project voor aan een schare medewerkers die ieder op hun domein deskundige inbreng leveren. Maar de eindbeslissing wordt door de baas genomen. Daarna tracht iedereen de opdracht zo goed mogelijk te laten slagen.
Een ander militair principe dat met de voeten werd getreden is dat van het pre-advies: men houdt rekening met de tijd die de lagere echelons nodig hebben om de hoger genomen beslissingen uit te voeren. De richtlijnen dienen er tijdig toe te komen om door een goede lokale voorbereiding het project de nodige kans op slagen te geven.
De noodplanning in België gaat over drie bestuurlijke niveaus, onder andere afhankelijk van de uitgebreidheid van het getroffen gebied. De federale fase houdt in dat de algemene strategie bepaald wordt door de federale regering, maar de uitvoering (tactiek) gebeurt natuurlijk nog steeds lokaal. Concreet betekent dit dat die federale beslissingen of richtlijnen via de provinciegouverneur (met eventueel annotaties) naar de gemeentelijke overheid gaan en deze dienen de strategische aanpak om te zetten in een tactisch plan in functie van de specifieke problemen, noden of mogelijkheden op hun grondgebied.  Dit natuurlijk altijd binnen de linker en rechter marges opgelegd door de regering. Het lijkt me dat er op dit lokaal niveau eerder gehoopt werd op een soort kookboek waar alle handelingen tot in de details worden voorgeschoteld en ingelepeld. Slechts uitzonderlijk vond men burgemeesters die op basis van de initiële tekst eigen initiatieven namen wegens specifieke noden van hun bevolking (bvb openen van kleine speeltuinen met eigen restricties en toezicht op de naleving).

Ten slotte wou ik even een bedenking kwijt over de ministeriële besluiten over opeising van personeel. De hetze die hier rond is ontstaan is volgens mij toe te schrijven aan initiële slechte communicatie over het nut, maar ook (gelet op het moment van het protest) door de tol van de stress en de vermoeidheid onder het medisch personeel. Toen die MB’s werden aangekondigd, was ik verheugd omdat ik dit een teken van goed bestuur en verantwoordelijkheidszin vond. Opeisen is een lelijk klinkend woord daterend uit de tijd van de wereldoorlogen. De procedure wordt echter nog geregeld gebruikt door brandweer of politie: wanneer na een verkeersongeval bvb een zware hijskraan nodig is waar de brandweer niet over beschikt, dan contacteert men firma’s die hierover wel beschikken met de vraag of ze een toestel willen ter plaatse sturen. Bij akkoord wordt een opeisingbevel opgesteld waarna de opeisende overheid zich engageert om alle kosten op zich te nemen: huur van het toestel, loonkost bediener, verzekering bij schade enz… .
Dit is erg belangrijk voor wie zich aanbood om te helpen bij Corona: de beroepsverzekering van een thuisverpleegster dekt gewoonlijk geen fouten op IC; een zorgkundige die de taken van die thuisverpleegster tijdelijk overneemt, zal niet verzekerd zijn wanneer ze een injectie moet geven. Tevens is men zeker dat de gepresteerde uren zullen vergoed worden. Een woordje uitleg had hier wonderen kunnen doen.

De bevolking

Uiteindelijk deden de gezondheidswerkers (maar ook andere beroepstakken) dit allemaal met het oog op de patiënten, de potentiële patiënten en de volksgezondheid in het algemeen. Maar hoe gedroeg deze bevolking zich, wat was de teneur van de informatie die ze te verwerken kreeg ?
We kregen de zwaarste bedreiging voor ons welzijn te verwerken sinds WW II, ik denk dat we het daar wel kunnen over eens zijn. Het gevaar door de  radio-actieve wolk na Chernobyl was van veel kortere duur en werd toen als veel minder dreigend ervaren.
De reacties kunnen we allen evalueren door rondom ons te kijken in het dagelijkse leven. Grofweg onderscheid ik drie groepen:

·       De overbezorgden die scrupuleus alle richtlijnen naleven en elk alarmerend bericht als een aanmoediging zien om zich nog meer te isoleren. Groot probleem zal hier zijn om ze terug in een normaal leefbaar leefpatroon te krijgen.

·       Contrasterend hiermee : de onbezorgden aan wie toch niets kan gebeuren en die van de situatie gebruik maken om zich nog meer uit te leven. Zeldzaam in mijn omgeving, maar toch voldoende om op te vallen en de rest ongerust te maken over de snelle afloop van de pandemie.

·       De grote middenmoot tenslotte die de noodzaak van de opoffering wel inziet en van de nood een deugd tracht te maken. Toch heb ik de indruk dat in deze groep heel wat mensen zijn die denken dat ze de richtlijnen moeten bekijken zoals hun belastingsbrief: hoe kan ik hier zoveel mogelijk de kantjes afrijden ? Net als kinderen trachten ze te bedelen voor een gunstigere regeling voor hun toch wel specifiek geval. Getuige de vele vragen over specifieke situaties bij een algemene maatregel.


Persoonlijk heb ik me vaak geërgerd aan ernstige fouten die mensen met mondmasker en/of handschoenen maken waardoor al hun beschermingsmaatregelen nutteloos worden. De initiële en essentiële boodschap was nochtans eenvoudig te begrijpen (keep it simple and stupid, weet je ?): kom alleen buiten als het nodig is, hou afstand en was frequent je handen. Full stop.
De bevolking is duidelijk niet meer gewoon om met grotere risico's om te gaan (gelukkig zou ik zeggen), maar dergelijke -menselijke- reacties maken het de managers van een crisis natuurlijk niet makkelijker.
Heeft de journalistiek hier iets mee te maken ? Vooreerst moet ik bekennen dat het me tegen de borst stuit dat de zenders iedereen toeroepen "blijf in uw kot" , terwijl de journalisten zelf over heel ons grondgebied reizen om te tonen hoe leeg het strand is (toch goed voorzien van webcams?) of hoe weinig volk er op het marktplein van Tongeren loopt (een foto van de toeristische dienst had ook wel volstaan). Elke avond mag iemand aan bod komen om te klagen over zijn situatie en om bijkomende middelen te vragen. Experts krijgen steevast hun vragen voorgeschoteld in een negatieve vorm: was het niet te laat (of te vroeg), was dit niet te weinig (of te veel)? Waardoor het antwoord moest begonnen worden met een verdediging en men pas dan met een nuttige boodschap kon beginnen. Om depressief (of nog depressiever) van te worden. Ik zag eigenlijk weinig positieve aanpak: hoe hou ik mijn kinderen bezig in deze tijd? Voor welke bezigheden heb ik nu eindelijk tijd gekregen? ... . Enkel de kookprogramma's gaven de mogelijkheid om de beschikbare tijd aangenaam en zinvol te vullen. Alhoewel de weegschaal daar niet mee akkoord zal gaan.

Persoonlijk besluit: rekening houdend met de aard van het incident heb ik met genoegen mogen vaststellen dat dertig jaar vorming in rampenmanagement door KU Leuven, Medische Dienst Defensie en NVKVV niet nutteloos is geweest. Er zijn uitschuivers geweest, maar wie zonder zonden is, werpe de eerste steen. Ik was getuige van een gemotiveerde medische discipline  (D2) met een leiding die zo goed mogelijk door deze onbekende wateren laveerde. Zowel op politiek vlak als medisch-technisch heeft men het beste van zichzelf trachten te geven ten voordele van de patiënt. En daar doen we het tenslotte voor.

  • De auteur kan bogen op een rijke ervaring in medisch crisismanagement

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.