Het Antigifcentrum heeft in 2022 al 82 oproepen gekregen voor blootstellingen aan meststoffen, waarvan 51 voor honden. Dat meldt het in het persbericht.
In meststoffen kunnen zich verschillende stoffen bevinden die erg giftig kunnen zijn voor mens en dier. Voor honden zijn vooral meststoffen op basis van cacaodoppen erg giftig, net als meststoffen die verrijkt zijn met ricinuspulp. Ook plantenvoeding in de vorm van NPK-korrels (stikstof-fosfor-kalium) is niet zonder risico's voor mens en dier.
"Hou daarom kinderen en honden best uit de buurt als je aan de slag gaat met meststoffen, en dit liefst tot het product is doorgedrongen in de grond", waarschuwt professor Dominique Vandijck, adjunct algemeen directeur van het Antigifcentrum. De meststoffen zijn bovendien erg aanlokkelijk voor honden, omdat er beendermeel in wordt verwerkt, dat ook in diervoeder zoals hondenbrokken aanwezig is.
Het Antigifcentrum kreeg in 2020 191 oproepen voor honden, 206 in 2021 en al 51 in de eerste drie maanden van het jaar.
Het aantal oproepen voor meststoffen is sinds coronajaar 2020 aanzienlijk gestegen, tot 354, maar liefst een derde van het totale aantal oproepen. "Thuiswerkers besteedden meer tijd in de tuin en door de lockdown namen veel mensen een huisdier", legt het Antigifcentrum uit. In 2021 lag het aantal oproepen ongeveer even hoog (348), tussen januari en eind maart 2022 waren het er al 82. "En dit terwijl dé piekperiode in het gebruik van meststoffen nog moet komen."