Het Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg (VGSO) reageert op de subquota 2028. VGSO dringt aan op transparantie en een verdere professionalisering van de Vlaamse Planningscommissie. VGSO vraagt onder meer duiding omtrent de concrete verdeling per subdiscipline van heelkunde en interne geneeskunde, de verhouding van het aantal plaatsen per Vlaamse universiteit, en waarop de berekening hiervan gebaseerd is.
Voor de duiidelijkheid: het VGSO vindt het bestaan van subquota noodzakelijk, zowel voor de maatschappij als voor toekomstige artsen. Wel beklemtonen de Vlaamse geneeskundestudenten dat de keuze voor een bepaalde vervolgopleiding een positieve keuze moet zijn. "Het is bevorderlijk dat studenten kennismaken met knelpuntspecialisaties door een positief en stimulerend beleid."
Transparantie opleidingsplaatsen
Opnieuw klinkt een pleidooi voor een tijdige en transparante bekendmaking van de opleidingsplaatsen van de
vervolgopleidingen over de universiteiten heen. VGSO vraagt het Departement Zorg om de verdeling van de subquota centraal te verzamelen en publiceren.
Daarnaast is het belangrijk om te blijven inzetten op de verdere professionalisering van de Vlaamse Planningscommissie en dringt het VGSO aan op samenwerking tussen de verschillende advies- en beleidsorganen die zich buigen over de planning van het medisch aanbod.
"Overkoepelend maximumquotum"
Bezorgd is de organisatie over de concrete verdeling in de groepen waar een ‘overkoepelend maximumquotum’ geldt. Er is duiding nodig omtrent de concrete verdeling per subdiscipline van heelkunde en interne geneeskunde, de verhouding van het aantal plaatsen per Vlaamse universiteit, en waarop de berekening hiervan gebaseerd is.
Ook stelt het VGSO vast dat de instroom tot bepaalde knelpuntspecialisaties, zoals geriatrie, reumatologie en medische oncologie wordt beperkt door het groepsquotum voor inwendige geneeskunde. Graag verduidelijking van wat de beroepstitel ‘inwendige geneeskunde’ omvat, klinkt het.
