De factuur van de vier belangrijkste chronische aandoeningen in de Europese Unie loopt op tot bijna 500 miljard euro, of ongeveer 35 procent van de totale uitgaven aan gezondheidszorg. Bij ongewijzigd beleid zullen de kosten tegen 2050 met 84 procent toenemen. Nochtans kan een ambitieus preventiebeleid de helft van de chronische aandoeningen voorkomen. Dat blijkt uit het rapport "De kost van chronische aandoeningen" van onderzoekers Johan Albrecht (Itinera en UGent) en Désirée Vandenberghe (UGent) dat maandagmiddag in de gebouwen van het Itinera Institute in Brussel voorgesteld wordt.
Bij een ongewijzigd beleid kan de directe medische kost van chronische aandoeningen toenemen met 38 procent tegen 2030 en met 84 procent tegen 2050, concluderen de onderzoekers. Maar zelfs een zeer ambitieus preventiebeleid kan niet vermijden dat de kosten van de belangrijkste chronische aandoeningen zullen stijgen, namelijk met 26 procent in 2030 en met 48 procent in 2050. Albrecht en Vandenberghe bestudeerden de vier belangrijkste chronische aandoeningen: hart- en vaatziekten, kanker, ademhalingsproblemen en diabetes.
De onderzoekers stippen aan dat slechts 2 tot 3 procent van het budget voor gezondheidszorg naar preventie gaat. Nochtans kan een sterk preventiebeleid een aanzienlijk deel van de chronische aandoeningen voorkomen, klinkt het. Zo'n preventiebeleid focust op niet roken, overgewicht vermijden, een gezond voedingspatroon, een actieve levensstijl met dagelijks voldoende beweging en een beperkte alcoholconsumptie.
"Deze enorme besparing zou de discussies over de houdbaarheid van ons sociaal model of de stijgende kost van de vergrijzing radicaal kunnen veranderen. Een ambitieus preventiebeleid is de sleutel tot dit potentieel", klinkt het.