De Orde van Artsen kan zich vinden in een patëntenkaart radioactieve gegevens, voorgesteld door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC), als die goed gebruikt wordt. De behandelende specialist moet de patiënt hierbij begeleiden.
Het Fanc vroeg de Orde om advies over een kaart die de patiënt zou worden bezorgd met de gegevens over het radioactief product dat hem toegediend werd. Doel: de stralingsbescherming verzekeren.
De Orde gaat akkoord met het gebruik ervan en de gegevens die erop staan, maar koppelt hier enkele voorwaarden aan vast.
- De arts die een patiënt radioactieve producten toedient, licht hem bij diens ontslag in over de te nemen beschermingsmaatregelen om zijn omgeving, de bevolking in het algemeen en het leefmilieu te beschermen. Kan de patiënt deze maatregelen niet toepassen, bijvoorbeeld bij bewusteloosheid of zelfs overlijden, dan brengt dat mogelijk een gevaar met zich mee. Door een kaart bij zich te dragen waarop de radioactiviteit vermeld staat, vermindert dat risico: wie in contact komt met een patiënt die potentieel opwekker van radioactiviteit, kan zo onnodige blootstelling aan stralingen vermijden. De kaart kan ook nuttig zijn voor een patiënt die radioactief getest wordt bij een controle van radioactiviteit.
-
De patiënt moet verantwoordelijk worden gemaakt voor de risico’s die zijn omgeving, de gezondheidswerkers die hem verzorgen en de derden met wie hij in contact komt, lopen (naast het leefmilieu).
De specialist die hem behandelt (arts nuclearist of radiotherapeut) moet hem de maatregelen van stralingsbescherming uitleggen. De kaart die het FANC voorstelt maakt deel uit van deze maatregelen.
De patiënt dient zich ervan bewust te zijn dat deze kaart persoonlijke gezondheidsgegevens bevat en dat het eerste doel ervan is dat zij gelezen wordt door elke persoon die tussenkomt in geval van ongeval, om de gezondheid van deze laatste te beschermen.
Het FANC-model bevat de volgende informatie :
- identificatie van de patiënt (naam, voornaam en geboortedatum)
- toegediend isotoop (vorm, toegediende activiteit en datum van toediening)
- gegevens van de arts verantwoordelijk voor de behandeling en de instelling
- contactgegevens van het FANC
- duur van de voorzorgsperiode gedurende dewelke de patiënt de kaart bij zich moet dragen.
De kaart bestaat in het Nederlands en in het Frans.