Virtueel fietsen met dementie

In Nederland werd door de afdeling Geriatrie van het Radbouw UMC op een dagopvang in Nijmegen onderzoek gedaan naar het effect van virtueel fietsen bij ouderen met milde tot matige dementie. Via www.fietslabyrint.nl werden virtuele fietstochten ontworpen waarbij onderweg ook opdrachten moesten worden uitgevoerd die de mentale flexibiliteit en het geheugen van de mensen met dementie uitdaagden. 

De trainingen liepen over twaalf weken en duurden telkens ongeveer drie kwartier. De beelden beginnen overigens ook pas te bewegen op het moment dat de deelnemer op de fiets begint te trappen. Behalve virtuele fietstochten in Nederland zijn er ook fietstochten in onder andere Brugge, Gent, Antwerpen, Hasselt en Brussel beschikbaar.

Voor de start van de trainingen en na zes en twaalf weken werden het cognitieve en het fysieke functioneren van de deelnemers beoordeeld. Het cognitieve functioneren werd in kaart gebracht door middel van neuropsychologisch onderzoek naar het verbale en visuele geheugen, het werkgeheugen, de aandacht en de mentale flexibiliteit. Het fysieke functioneren werd onder andere gescreend door het uithoudingsvermogen te testen met de Astrand-fietstest. Met deze submaximale inspanningstest werd een schatting gemaakt van het maximale zuurstofverbruik (V02max). Daarnaast werden de mobiliteit en de balans getest met de Short Physical Performance Battery (SPPB) en de Frailty and Injuries Cooperative Studies of Intervention Techniques (FICSIT-4).

Door groepen te vergelijken van deelnemers die virtueel fietsten, een groep die er onderweg ook nog opdrachten bij kreeg en een groep die alleen maar rek- en strekoefeningen deed, kwamen onderzoekers tot de conclusie dat bijna alle (97 procent van de) deelnemers aan de studie de trainingen volledig afwerkten. Allemaal deden ze het nadien beter in het neuropsychologische onderzoek, vooral als het op mentale flexibiliteit aankwam. Zowel mantelzorgers als deelnemers evalueerden de training achteraf als positief en wilden er mee doorgaan. De deelnemers beoordeelden de trainingen op een schaal van 0 tot 10, en scoorden gemiddeld een 9,1. Ook het begeleidende personeel in de dagopvang klonk enthousiast. Ze merkten een verandering in het gedrag van de deelnemers voor en na het onderzoek: deelnemers waren beter gezind en namen enthousiaster deel aan andere activiteiten. Bovendien merkte fysiotherapeuten dat de deelnemers over de beelden en herinneringen konden praten, waardoor de therapeut minder als coach moest optreden. Zintuigelijke prikkels leiden ertoe dat de hersenen gestimuleerd blijven worden. Sporten zou een gunstige invloed hebben op de evolutie van de dementie en het geheugen verbeteren. Ook lijkt de betere coördinatie en spierkracht als gevolg van meer lichaamsbeweging het aantal valongevallen te verminderen en is meer bewegen een gezonde manier om verveling tegen te gaan.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.