Zorgverleners binnen EU: verplichte taaltest (wetsvoorstel)

Voor zorgverleners van buiten de EU geldt vandaag al een taaltest, maar voor wie het diploma behaalde binnen de EU niet. Dit wetsvoorstel van Yoleen Van Camp (N-VA) van 9 juli jongstleden wil ook hen aan een dergelijke test onderwerpen om een degelijke taalkennis te waarborgen. Het uiteindelijke taalgebruik van de zorgverlener blijft vrij.

De argumentatie klinkt bekend: om een correcte handeling te stellen is het cruciaal dat de zorgverstrekker de patiënt begrijpt. Goede communicatie is bovendien niet alleen noodzakelijk bij patiëntencontact, maar ook bij contact met andere zorgverleners bij bijvoorbeeld de overdracht van behandeling of het voorschrijven van medicijnen.

Een vlotte communicatie tussen de patiënt en de zorgverlener kan zelfs letterlijk levens redden.

Ook actieve talenkennis kan vereist worden, meent Van Camp, die daarvoor onder meer naar de patiëntenrechtenwet en de Raad van State verwijst. Wel stelt ze uitdrukkelijk: “Het gebruik van de taal blijft daarbij vrij.”

Engeland en Nederland

Concreet beoogt dit voorstel dus de taalkennis op te nemen als beroepsuitoefeningsvoorwaarde voor het medisch personeel (artsen, tandartsen, apothekers, kinesitherapeuten, verpleegkundigen en vroedvrouwen). De zorgverleners moeten de officiële taal of talen kennen van de plaats waar ze hun geneeskundige activiteiten uitoefenen. De betrokkene moet dan in principe zelf uitmaken of hij die taalkennis gebruikt of niet. Er mag echter vanuit gegaan worden dat een zorgverlener alles doet wat in zijn mogelijkheden ligt om de patiënt zo goed mogelijk te helpen.

Van Camp verwijst ook naar het Engelse en het Nederlandse voorbeeld. Zo nam het Engelse parlement in 2015 een wet aan die alle buitenlandse zorgverleners verplicht om een taaltest af te leggen. Halen ze het minimale taalniveau niet, dan mogen ze hun beroep niet in Engeland uitoefenen.

In Nederland kondigde minister Edith Schippers op 29 oktober 2015 in een brief aan de tweede kamer aan dat alle nieuwe buitenlandse zorgverleners een bewijs van voldoende Nederlandse taalvaardigheid moeten voorleggen voordat zij worden ingeschreven in het BIG-register (beroepen in de individuele gezondheidszorg) .

Kwaliteitswet

Van Camp vraagt om in het KB 78 over de uitoefening van de gezondheidsberoepen, een artikel toe te voegen met deze inhoud: de bedoelde beoefenaars mogen hun beroep alleen uitoefenen indien ze kunnen bewijzen de officiële taal of talen van het taalgebied waar ze hun beroep uitoefenen machtig te zijn. Dit bewijs kan geleverd worden aan de hand van de taal waarin het diploma is opgesteld, of door een taalexamen.

In het Nederlandse, Franse of Duitse taalgebied wordt de taalkennis vastgesteld volgens de regels op het gebruik van de talen in bestuurszaken. Idem dito voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Met dit voorstel vist Van Camp een eerder voorstel weer op.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.