Virtuele realiteit om studenten geneeskunde te evalueren

Medische ‘Serious Games’ op basis van virtuele realiteit lijken een goed alternatief te zijn voor de evaluatie van medische competenties van studenten geneeskunde. Onderzoekers vergeleken de methode met de Multiple Choice Questions Assessment (MCQ).

Multiple Choice Questions Assessment (MCQ) zijn al lang dé gouden standaard voor docenten om de kennis van studenten geneeskunde te testen op examens. Studenten krijgen meestal een aantal theorieën of klinische gevallen voorgelegd met telkens vier of vijf antwoorden, waarvan maar één antwoord correct is.

Rekening houdend met de taxonomie van Bloom, evalueren MCQ’s alleen het laagste competentieniveau, met name het passief verwerven van kennis (ik heb het ooit gelezen en ik herken de informatie in de MCQ), wat niet bijzonder nuttig is in de toegepaste klinische geneeskunde waar heel wat protocollen zijn. Daarnaast is het ook zo dat MCQ’s de student nooit in een ‘patiëntcontext’ plaatsen waarbij soft skills en niet-cognitieve competenties zoals resilience en empathie belangrijk zijn. Bij multiple choice vragen is de klinische context bovendien vaak afwezig (een vraag over radiologie zonder beelden), wat de evaluatie nog paradoxaler maakt en minder educatief.

Europees onderwijs gaan hoe langer hoe meer over tot evaluaties van de kwaliteit van onderwijs waarbij de nadruk ligt op de pertinentie van het onderwijs en de evaluatie: de omgekeerde pedagogie (de student in klinische contexten plaatsen waarin hij zijn theoretische kennis moet toepassen) wint hoe langer hoe meer terrein in de faculteiten geneeskunde. Maar het gebruik van MCQ houdt nog altijd stand.

Een studie van een collectief van Franse professoren (Adjedi et al, 2017) biedt hoop aan professionals die al lang wachten op een revolutie in de manier waarop studenten ‘beoordeeld’ worden om ze beter voor te bereiden op de klinische realiteit. De professoren testten Serious Games (SG) op basis van virtuele realiteit voor de evaluatie van studenten, in vergelijking met de klassieke MCQ.

Bij SG bevindt de student zich in een virtuele realiteit met een patiënt en zijn symptomen. De student-arts moet zijn bezoek plannen, de anamnese, het klinisch onderzoek en het bijkomend onderzoek.

Daarbij gaat het niet langer om het testen van de capaciteit van een student om informatie op te slaan, maar om het toepassen van kennis en om zichzelf te testen in een dagdagelijkse context (wat in de Bloom taxonomie overeenstemt met een maximaal kennisniveau). De resultaten laten geen ruimte voor twijfel: studenten staan veel positiever ten aanzien van die nieuwe methode die een betere statistische variabiliteit mogelijk maakt als het op de ‘punten’ aankomt.

Evaluatie met behulp van virtuele realiteit kan de MCQ methode op diverse vlakken verbeteren. Het grootste, en meest voor de hand liggende, verschil is dat bij virtuele realiteit studenten bevraagd kunnen worden over ‘kleine details’. In een concrete klinische situatie moet de student de fundamentele aspecten van de klinische praktijk beheersen, eerder dan abstracte theorie.

Een aantal topics die aan bod komen bij hoorcolleges betreffen concepten die zelden aan bod komen in de opleiding van een student geneeskunde, maar eerder thuishoren in de opleiding van kandidaat-specialisten.

Virtuele realiteit biedt een extra kans om kwaliteitsvolle practici op te leiden, maar ook om ze te sensibiliseren voor de e-health revolutie waarvan het potentieel miskend en ondergebruikt wordt door nogal wat eminenties van de moderne geneeskunde.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.