Jonge gezonde mensen heel ziek door genetische of immunologische oorzaken (studies met 18 Belgische centra))

Ook jonge, gezonde mensen worden ernstig ziek door het coronavirus, en bij een deel van hen komt dat door genetische of immunologische oorzaken. Dat blijkt uit twee nieuwe internationale onderzoeken die donderdag gepubliceerd werden in het wetenschappelijk tijdschrift Science.

"De onderzoeken zijn een belangrijke stap vooruit bij het ontcijferen van de immunologische behandeling die we kunnen bieden aan patiënten met covid-19", zegt immunoloog Filomeen Haerynck van het UZ Gent. Dat werkte mee aan beide studies en coördineert de dataverzameling voor 17 andere Belgische centra die deelnemen.

Sommige jonge en gezonde mensen worden veel zieker van covid-19 dan anderen in hun leeftijdsgroep. De twee nieuwe publicaties verklaren voor het eerst bij bijna 15 procent van die g roep patiënten de oorzaken van de ernst van de ziekte: de patiënten beschikken over onvoldoende type I-interferon, een groep van 17 eiwitten die cruciaal zijn om cellen en dus het lichaam te beschermen tegen virussen.

Seizoensgriepvirus

De eerste studie toonde aan dat heel wat ernstig zieke geteste personen drager waren van zeldzame varianten van dertien genen waarvan bekend is dat ze cruciaal zijn om het lichaam te beschermen tegen bijvoorbeeld het seizoensgriepvirus. Deze genen regelen de productie van type I-interferonen. Bij meer dan 3 procent van hen ontbrak zelfs een functioneel gen. Verdere onderzoeken toonden aan dat de immuuncellen van deze patiënten daardoor geen detecteerbare type I-interferonen produceerden tijdens de acute SARS-CoV-2 infectie.

Immuunsysteem

De tweede studie gaf dan weer aan dat meer dan 10 procent van alle jonge en gezonde personen die ernstige COVID-19 krijgen antistoffen hebben die 'per vergissing' niet het virus, maar het immuunsysteem zelf aanvallen. Die auto-antilichamen kunnen de werking van type I-interferon beperken.

"Het onderzoek is een belangrijke stap vooruit bij het ontcijferen van de immunologische behandeling die we kunnen bieden aan patiënten met covid-19", zegt Haerynck. "We moeten deze behandelingen voor covid-19 nog verder testen via klinische studies. Maar dit is duidelijk een mooi voorbeeld van hoe we gekende behandelingen voor andere ziekten nu kunnen overwegen bij covid-19."

Zo is een behandeling met type I-interferonen al lang beschikbaar en goedgekeurd, bijvoorbeeld bij chronische virale hepatitis. Een andere mogelijke behandeling voor patiënten met deze afwijkingen is plasmaferese, een behandeling om auto-antilichamen te elimineren uit het bloed, die bijvoorbeeld wordt gebruikt bij ernstig nierlijden.

De publicaties in Science zijn de eerste resultaten in het kader van COVID Human Genetic Effort, een lopend internationaal consortium waarbinnen ruim 50 sequencingcentra en honderden ziekenhuizen over de hele wereld samenwerken onder leiding van Jean-Laurent Casanova en Helen Su, hoofd van het Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious Diseases. De deelnemers aan het onderzoek hadden verschillende nationaliteiten en kwamen uit Azië, Europa, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten.

In België werken UZ Gent (nationale coördinator voor AZ Alma Eeklo, AZ Delta Roeselare, AZ Groeninge Kortrijk, AZ Jan Palfijn Gent, AZ Maria Middelares Gent, AZ Sint-Jan Brugge, AZ Sint-Lucas Gent, CHU Luik, CHU Saint-Pierre Brussel, HUDERF/UKZKF Brussel, Jolimont La Louvière, UCL Leuven, UZA Antwerpen, UZ Brussel en ZNA Antwerpen), UZ Leuven (nationale coördinator voor CHU UCL Namen, GHdC Charleroi, Jessa Ziekenhuis Hasselt, RZ Heilig Hart Tienen en Sint-Trudo Ziekenhuis Sint-Truiden) en Erasmusziekenhuis Brussel mee.

De studies in Science vindt u hier en hier.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.