De ministers van Volksgezondheid buigen zich komende zaterdag in de interministeriële conferentie over de boosterprik. Dat zegt Inge Neven, het hoofd van de Brusselse gezondheidsinspectie.
De federale regering en de deelstaten beslisten vorige week op het Overlegcomité om de volledige bevolking binnenkort de kans te geven om zich nog eens te laten inenten tegen het coronavirus. Dat moet de immuniteit een nieuwe boost geven en de kans op besmetting en ziekte verder de kop indrukken.
Over de precieze timing en organisatie is echter nog niets beslist. Volgens Inge Neven, het hoofd van de Brusselse gezondheidsinspectie, wordt het advies van de Hoge Gezondheidsraad over de kwestie deze week nog verwacht, waarna de ministers van Volksgezondheid er zaterdag over samenzitten.
De Vlaamse regering besliste vorige week vrijdag al om de boosterprik aan te bieden aan iedereen ouder dan 12 jaar. In Vlaanderen gaat dat om 5,8 miljoen mensen.
Op dit moment krijgen 65-plussers en andere kwetsbare groepen, bewoners van woonzorgcentra, zorgpersoneel en mensen die gevaccineerd werden met AstraZeneca of Johnson&Johnson al een boostervaccin. De rest van de samenleving komt in 2022 aan bod, al moedigt Vlaanderen de vacccinatiecentra wel aan om hen ook al te vaccineren als de capaciteit dat toelaat en de tijd die verstreken is sinds de tweede prik dat toelaat. Dat laatste is afhankelijk van het soort vaccin: voor AstraZeneca moet bijvoorbeeld twee maanden gewacht worden na de tweede prik, in het geval van Pfizer/BioNTech en Moderna is dat zes maanden.
