Hoe armer een buurt, hoe groter de kans dat bewoners chronische ziektes ontwikkelen en in langdurige ziekte belanden. Terwijl in de 5 procent rijkste buurten in België 0,7 procent van de bevolking in 2022 stierf, was dat in de 5 procent armste buurten 1,4 procent. Dat bericht De Tijd vrijdag. De krant kon een studie van het CM Gezondheidsfonds inkijken waarin gegevens van 4,6 miljoen Belgische leden gekruist werden met het mediane inkomen van bijna 20.000 buurten die worden bijgehouden door statistiekbureau Statbel.
De CM ziet verschillende redenen voor de hogere sterfte, zoals vochtige of slecht geïsoleerde huizen langs drukke verkeersassen, goedkope voeding van slechte kwaliteit en minder snel toegang tot betaalbare zorg.
Diabetes komt bijna twee keer zoveel voor in de 5 procent armste wijken: 9,7 procent van de inwoners in de arme buurten kreeg in 2022 de diagnose. In de rijkste wijken in België was dat 5 procent. De bewoners van arme wijken (6,2 procent) kampen meer met luchtwegaandoeningen dan die van rijke wijken (4,7 procent). In de armste buurten was meer dan 16 procent van de inwoners in 2022 langer dan een jaar ziek, en stonden ze officieel op invaliditeit. In rijke buurten was dat minder dan 6 procent.
In 2022 werden mensen uit de armste buurten in ons land meer opgenomen in het ziekenhuis (+25 procent) en gingen ze meer langs bij de spoedgevallendienst van het ziekenhuis (+55 procent). Een bezoek aan de tandarts en een screening op borstkanker zijn daarentegen veel minder gangbaar in arme buurten.