Meer dan vier op de tien 60-plussers hebben een negatieve blik op hun toekomst. Dat blijkt uit een bevraging bij 2.400 niet-hulpbehoevende personen tussen 60 en 85 jaar die eind 2022 door onderzoeksbureau Indiville werd afgenomen op vraag van de Koning Boudewijnstichting.

Met 41 procent van de ondervraagden die aangeven hun toekomst (zeer) negatief tegemoet te zien, ligt dat cijfer 6 procentpunt hoger dan bij de vorige bevraging in 2020.

De grootste kopbrekers zijn inflatie (55 procent), betaalbare medische zorg (45 procent) en de huidige financiële situatie (30 procent).

Uit het onderzoek blijkt wel dat voldoende sociale steun hand in hand gaat met minder angst voor de toekomst. Bij gezondheidsproblemen vreest namelijk 52 procent op niemand of hooguit twee personen te kunnen rekenen. Het aantal "helpers" stijgt bij mensen die aangeven een ruimer sociaal netwerk te hebben.

Op hun oude dag willen 60-plussers het liefst in de eigen woning blijven wonen, indien nodig mits enkele verbouwingen/aanpassingen. Het woonzorgcentrum blijft eerder onpopulair.

Voor het eerst werden ook nieuwe en niet-Belgen meegenomen in de studie. Bij niet-Belgen blijkt vooral een grotere angst voor hulpbehoevendheid (89 procent). Al staat daar tegenover dat acht op die tien er vertrouwen in hebben geholpen te zullen worden. Daarvoor kijken ze hoofdzakelijk naar de kinderen.